GMAW-, FCAW-GS- en FCAW-SS-lassen in de niet-synergische modus
Tabel 8. Niet-synergische lasprocessen GMAW en FCAW
Proces
Gas
ArMIX
MIG/MAG
CO
ArMIX
FCAW-GS
CO
FCAW-SS
Opmerking: De lijst met beschikbare programma's is afhankelijk van de stroombron.
In
de
niet-synergetische
draadaanvoersnelheid en de lasspanning onafhankelijke
parameters, die door de gebruiker moeten worden
ingesteld.
Procedure voor het beginnen met GMAW-, FCAW-GS-
of FCAW-SS-lassen.
Sluit een aanbevolen stroombron van Lincoln Electric
aan (zie het hoofdstuk "Toebehoren").
Plaats de lasset dicht bij de werkplek op de plaats
waar de blootstelling aan lasspatten tot een minimum
wordt beperkt en zorg ervoor dat er geen scherpe
knikken in de toortskabel zitten.
Bepaal de polariteit voor de gebruikte lasdraad.
Bepaal
de
polariteit
gegevensblad voor de draad.
Sluit de uitgang van de toorts voor het GMAW-,
FCAW-GS- of FCAW-SS-lasproces aan op de Euro-
aansluiting [1].
Sluit de werkstukkabel aan op de uitgaande
contacten van de stroombron en vergrendel hem.
Verbind de werkkabel met het lasstuk met de
werkstukklem.
Installeer de juiste draad.
Installeer de juiste aandrijfrol.
Druk met de hand de draad in de bekleding van de
toorts.
Controleer waar nodig (bij het GMAW-, FCAW-GS-
lasproces) of het beschermgas is aangesloten.
Schakel de voedingsspanning IN.
Steek de draad in de lastoorts.
WAARSCHUWING
Houd de pistoolkabel zo recht mogelijk wanneer u de
elektrode door de kabel laadt.
WAARSCHUWING
Gebruik nooit een defect pistool.
Controleer de gasstroom met de schakelaar voor
gasvoorstroom [12] – processen GMAW en FCAW-
GS.
Sluit de klep van de draadaandrijving.
Sluit de spoelkabelbehuizing.
Selecteer het juiste lasprogramma. Niet-synergetische
programma's worden in Tabel 8 beschreven.
Opmerking: De lijst met beschikbare programma's is
afhankelijk van de stroombron.
Nederlands
Powertec
2
3
2
Ar
4
7
8
2
–
6
modus
zijn
van
de
draad
op
Programmanummer
®
Speedtec
5
7
6
de
Stel de lasparameters in.
Het lasapparaat is nu klaar om te lassen.
De
deur
van
draadspoelbehuizing moeten tijdens het lassen volledig
gesloten zijn.
Knik of trek de kabel niet rond scherpe hoeken.
Door het principe van gezondheid en veiligheid op
het werk bij het lassen toe te passen, kan worden
begonnen met lassen.
het
Voor programma 5, 6 en 7 kunt u instellen:
Draadaanvoersnelheid, WFS
Lasspanning
Burnback-tijd
Aanvoersnelheid bij aanloop (run-in)
Voorgastijd/nagastijd
Puntlastimer
2-Takt/4-Takt
Uitkrateren
Polariteit
Boogvormkeuze:
Insnoeren
Pinch regelt de boogkarakteristieken tijdens het lassen
met een korte boog. Wanneer de klemregeling wordt
verhoogd, ontstaat er een strakkere boog (meer spatten)
en als deze wordt verlaagd, ontstaat er een zachtere
boog (minder spatten).
Instelbereik: van -10 tot +10.
Standaardwaarde: 0.
18
®
Flextec
10
81
80
WAARSCHUWING
de
draadaanvoerunit
WAARSCHUWING
®
en
de
Nederlands