Een draadbreuk kan worden opgespoord door de
afstand van de lus waar de breuk kan zijn opgetreden
steeds te halveren, totdat er nog maar een kort stuk
draad over is.
De volgende methode werkt niet wanneer de
modus actief is. Zorg dat de ECO-modus eerst wordt
ECO-modus op pagina 31 .
uitgeschakeld. Zie
1.
Controleer of het indicatielampje in het laadstation
blauw knippert, wat een breuk in de
begrenzingslus aangeeft. Zie
laadstation op pagina 47 .
2.
Controleer of de aansluitingen van de
begrenzingsdraad naar het laadstation correct zijn
aangesloten en niet zijn beschadigd. Controleer of
het indicatielampje in het laadstation nog steeds
blauw knippert.
3.
Verwissel de aansluitingen van de geleidingsdraad
en de begrenzingsdraad in het laadstation.
Begin door aansluiting AL en GUIDE te
verwisselen.
Als het indicatielampje constant groen brandt,
bevindt de breuk zich ergens in de
begrenzingsdraad tussen AL en het punt waar de
geleidingsdraad is aangesloten op de
begrenzingsdraad (dikke zwarte lijn op de
afbeelding).
50 - Probleemoplossing
ECO-
Indicatielampje in het
AL
GUIDE
Guide
Om de storing te verhelpen hebt u
begrenzingsdraad, connectoren en koppelingen
nodig:
a) Als de vermoedelijk defecte begrenzingsdraad
kort is, dan kunt u het gemakkelijkst de hele
begrenzingsdraad vervangen tussen AL en het
punt waar de geleidingsdraad is aangesloten op de
begrenzingsdraad (dikke zwarte lijn).
b) Als de vermoedelijk defecte begrenzingsdraad
lang is (dikke zwarte lijn), ga dan als volgt te werk:
Zet AL en GUIDE terug in hun oorspronkelijke
posities. Koppel daarna AR los. Sluit een nieuwe
lusdraad aan op AR. Sluit het andere uiteinde van
de nieuwe lusdraad aan op een punt in het midden
van het vermoedelijk defecte deel van de draad.
1462 - 005 - 24.03.2021