15 Opsporen en verhelpen van storingen
In dit hoofdstuk
15.1 Overzicht: Opsporen en verhelpen van storingen
15.2 Voorzorgsmaatregelen bij het opsporen en verhelpen van storingen
EVLQ05+08CA + EHYHBH05A + EHYHBH/X08A + EHYKOMB33AA
Daikin Altherma hybrid warmtepomp
4P355634-1G – 2022.09
Indien een storing optreedt, verschijnt
voor meer informatie over de storing.
U kunt, voor de hierna vermelde symptomen, zelf proberen het probleem op te
lossen. Contacteer uw installateur voor alle andere problemen. U vindt het
contact/helpdesknummer via de gebruikersinterface.
15.1
Overzicht: Opsporen en verhelpen van storingen................................................................................................................. 217
15.2
Voorzorgsmaatregelen bij het opsporen en verhelpen van storingen ................................................................................. 217
15.3
Problemen op basis van symptomen oplossen ..................................................................................................................... 218
15.3.1
Symptoom: De unit verwarmt of koelt NIET zoals verwacht ................................................................................ 218
15.3.2
Symptoom: De compressor start NIET (ruimteverwarming of verwarming van het tapwater)........................... 219
15.3.3
Symptoom: De pomp maakt lawaai (cavitatie) ..................................................................................................... 219
15.3.4
Symptoom: De drukveiligheidsklep gaat open ...................................................................................................... 220
15.3.5
Symptoom: De waterdrukveiligheidsklep lekt....................................................................................................... 220
15.3.6
Symptoom: De ruimte wordt NIET voldoende verwarmd bij lage buitentemperaturen ..................................... 221
15.3.7
Symptoom: De druk op het aftappunt is tijdelijk abnormaal hoog....................................................................... 221
15.3.8
Symptoom: de tankdesinfectiefunctie wordt NIET volledig uitgevoerd (storing AH) .......................................... 222
15.3.9
Symptoom: Abnormaliteit in boiler gedetecteerd (storing HJ-11) ....................................................................... 222
15.3.10 Symptoom: Abnormaliteit in combinatie boiler/hydrobox (storing UA-52)......................................................... 222
15.3.11 Symptoom: de brander ontsteekt NIET................................................................................................................. 223
15.3.12 Symptoom: de brander ontsteekt met veel lawaai............................................................................................... 223
15.3.13 Symptoom: de brander trilt ................................................................................................................................... 224
15.3.14 Symptoom: Geen ruimteverwarming door de gasboiler ...................................................................................... 224
15.3.15 Symptoom: Het vermogen is verminderd ............................................................................................................. 224
15.3.16 Symptoom: ruimteverwarming bereikt de temperatuur NIET ............................................................................. 225
15.3.17 Symptoom: Warm water bereikt de temperatuur NIET (geen tank geïnstalleerd).............................................. 225
15.3.18 Symptoom: Warm water bereikt de temperatuur NIET (tank geïnstalleerd)....................................................... 225
15.4
Problemen op basis van foutcodes oplossen......................................................................................................................... 226
15.4.1
Storingscodes: Overzicht........................................................................................................................................ 226
Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen wanneer er zich problemen voordoen.
Het bevat informatie over:
▪
Problemen op basis van symptomen oplossen
▪
Problemen op basis van storingscodes oplossen
Alvorens storingen op te sporen en te verhelpen
Voer een grondige visuele controle uit van de unit en zoek naar voor de hand
liggende defecten, zoals losse aansluitingen of kapotte bedrading.
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
15
Opsporen en verhelpen van storingen
|
op de startpagina's. U kunt op
drukken
Uitgebreide handleiding voor de installateur
217