10
|
Configuratie
Uitgebreide handleiding voor de installateur
148
#
[7.7.2.2]
[0‑04]
[0‑05]
[0‑06]
[0‑07]
#
[7.7.2.2]
[0‑04]
[0‑05]
[0‑06]
[0‑07]
Pompcontrole: stroomdoel
De hybrid-module is ontworpen om te werken met een vast debiet. Dit betekent
dat de pomp zo geregeld is om te werken bij een door de installateur ingesteld
streefdebiet. De installateur kan het streefdebiet instellen voor:
▪
alleen de warmtepomp werkt;
▪
hybrid werkt;
▪
alleen de gasboiler werkt.
Code
Alleen voor EHYHBX08. Weersafhank
koelen instellen:
T t
[0-05]
[0-04]
[0-07]
▪
T
:
Streeftemperatuur
t
(secundair)
▪
T
: Buitentemperatuur
a
Code
<< vervolg
▪
[0‑07]: Lage buitenomgevingstemperatuur.
10°C~25°C (standaard: 20°C)
▪
[0‑06]: Hoge buitenomgevingstemperatuur.
25°C~43°C (standaard: 35°C)
▪
[0‑05]: Gewenste aanvoerwatertemperatuur
als de buitentemperatuur gelijk is aan de lage
omgevingstemperatuur of eronder valt.
Tussen de minimum en de maximum
aanvoerwatertemperatuur [9‑07]°C~[9‑08]°C
(standaard: 12°C).
Opmerking: Deze waarde moet hoger zijn
dan
[0-04],
buitentemperaturen minder koud water
voldoende is.
▪
[0‑04]: Gewenste aanvoerwatertemperatuur
als de buitentemperatuur gelijk is aan de
hoge omgevingstemperatuur of erover komt.
Tussen de minimum en de maximum
aanvoerwatertemperatuur [9‑07]°C~[9‑08]°C
(standaard: 8°C).
Opmerking: Deze waarde moet lager zijn dan
[0‑05], omdat bij hoge buitentemperaturen
kouder water nodig is.
EVLQ05+08CA + EHYHBH05A + EHYHBH/X08A + EHYKOMB33AA
Beschrijving
[0-06]
T a
aanvoerwater
vervolg >>
Beschrijving
omdat
bij
Daikin Altherma hybrid warmtepomp
4P355634-1G – 2022.09
lage