Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Overzicht Aansluitingen - Raymarine RMK-9 Installatie- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

4.1 Algemene kabelleiding
Kabeltypen en -lengtes
Het is belangrijk kabels te gebruiken van het juiste type en met
de juiste lengte.
• Tenzij anders aangegeven, dient u alleen standaardkabels
van het correcte type te gebruiken, die zijn geleverd door
Raymarine.
• Zorg dat eventuele kabels die niet van Raymarine zijn, de
juiste kwaliteit en kabeldikte hebben. Het kan bijvoorbeeld
zijn dat voor een langere loop van de voedingskabel dikkere
kabels nodig zijn om eventuele spanningsval in de kabelloop
te minimaliseren.
Leiden van kabels
Kabel dienen correct geleid te worden voor optimale prestaties
en een lange levensduur.
• Buig de kabels NIET te ver door. Zorg wanneer mogelijk
voor een minimale buigdiameter van 200 mm (8 in)/minimale
buigradius van 100 mm (4 in).
200 mm (8 in)
• Bescherm alle kabels tegen fysieke schade en blootstelling
aan hitte. Gebruik waar mogelijk verbindingsstukken of
kabelbuizen. Leid kabels NIET door bilges of deuren, of dicht
langs bewegende of hete objecten.
• Zet kabels vast met tiewraps of afbindkoord. Rol eventuele
extra kabel op en zet deze elders vast.
• Gebruik een geschikte waterdichte doorvoer wanneer kabels
door een open schot of dek gevoerd worden.
• Leid kabels NIET vlak langs motoren of TL-verlichting.
Leid kabels altijd zo ver mogelijk weg van:
• andere apparatuur en kabels,
• hoge stroom voerende AC- en DC-voedingskabels,
• antennes.
Trekontlasting
Zorg voor een goede trekontlasting. Bescherm connectoren
tegen trekbelasting en zorg dat deze tijdens extreme
omstandigheden niet losgetrokken kunnen worden.
Kabelafscherming
Zorg dat alle datakabels correct zijn afgeschermd en dat de
kabelafscherming intact is (d.w.z. niet geschaafd doordat deze
door een nauwe ruimte getrokken is).
16
100 mm (4 in)

4.2 Overzicht aansluitingen

1
1. Alternatieve voedingsconnector
2. Netwerk-/voedingsconnector.
De alternatieve voedingsconnector is vereist wanneer wordt
aangesloten op een netwerk dat geen Power over Ethernet
(PoE) ondersteunt. De alternatieve voedingsconnector moet
direct op een voeding worden aangesloten.
Opmerking: Sluit de alternatieve voedingsconnector niet
direct op een SeaTalk
ng
-netwerk aan.
Opmerking: Gebruik niet meer dan één voedingsbron. Het is
niet nodig de alternatieve voedingsconnector aan te sluiten
wanneer het toetsenbord wordt gevoed via PoE.
Aansluiting alternatieve voeding
Wanneer het toetsenbord niet wordt gevoed via Power over
Ethernet (PoE), dan moet de aansluiting voor alternatieve
voeding direct worden aangesloten op een 12 VDC- of 24
VDC-voeding.
1
3
2
5
4
1. Toetsenbord.
2. Haakse voedingskabel.
3. Zwarte min-draad.
4. aarde-/afschermingsdraad.
5. Rode plus-draad.
Waarschuwing: Productaarding
Voordat u dit product aansluit op de voeding, moet
u zich ervan verzekeren dat het op de juiste manier
is geaard, in overeenstemming met de instructies
in deze handleiding.
Aarden — speciale afvoerdraad
De voedingskabel die met dit product is meegeleverd beschikt
over een speciale afgeschermde (verstevigde) draad voor
aansluiting op het RF-aardingspunt van het schip.
Het is van belang dat er een een doeltreffende RF-aarding is
aangesloten op het systeem. Er moet één aardingspunt worden
gebruikt voor alle apparatuur. De unit kan worden geaard door
de afgeschermde (afvoer-) draad van de voedingskabel aan
te sluiten op het RF-aardingspunt van het schip. Op schepen
zonder een RF-aardingssysteem dient de afgeschermde
(afvoer-) draad direct te worden aangesloten op de negatieve
accupool.
Het gelijkspanningssysteem dient één van de volgende te zijn:
• Negatief geaard, met de negatieve accupool aangesloten op
de massa van het schip.
• Bufferaarde, waarbij geen van beide accupolen zijn
verbonden met de massa van het schip.
Waarschuwing: Systemen met
positieve aarding
Sluit deze unit niet aan op systemen met positieve
aarding.
2
D12728-1
D12729-1
RMK–9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave