▷ De afdichtingen van enkele gaspersfittingen zijn
tot 70°C (158°F) toegelaten. Deze temperatuur-
grens wordt bij een flow van minimaal 1 m
(35,31 SCFH) door de leiding en max. 50°C
(122°F) omgevingstemperatuur aangehouden.
Regelaar met flenzen
1 Op de doorstroomrichting letten!
2
3
Regelaar zonder flenzen
1 Op de doorstroomrichting letten!
2
3
2
3
▷ O-ring en zeef (afbeelding 4) moeten ingebouwd zijn.
5
6
5
6
Gas-/luchtstuurleidingen installeren
Om ervoor te zorgen dat het apparaat tijdens bedrijf
niet beschadigd raakt, moet er op het volgende
gelet worden:
–
–
–
3
/h
–
VAG
Luchtstuurleiding p
1 De aansluiting voor de luchtstuurleiding in het
▷ VAG..K: 1 wartel 1/8" voor kunststofslang
▷ VAG..N: aansluiting p
4
4
7
7
VAV
Luchtstuurleiding p
vuurhaardstuurleiding p
▷ VAV..K: 2 wartels voor kunststofslang (binnen-Ø
▷ Wartels niet demonteren of door andere ver-
NL-5
OPGELET
Stuurleidingen zo installeren dat er geen con-
densatie in het apparaat kan stromen.
De stuurleidingen moeten zo kort mogelijk zijn.
Binnendiameter ≥ 3,9 mm (0,15").
Bogen, vernauwingen, uitgangen of luchtklep-
pen moeten minstens 5 x DN van de aansluiting
verwijderd zijn.
Drukken, instelbereiken, overbrengingsver-
houding en drukverschillen, zie pagina 16
(Technische gegevens).
installeren
sa
midden van een minstens 10 x DN lange en
rechte leiding inbouwen.
(binnen-Ø 3,9 mm (0,15"); buiten-Ø 6,1 mm
(0,24")) of
VAG..E: 1 wartel 1/8" met klemring voor buis
6 x 1.
sa
5xDN
en
sa
sc
DG..C
(DG..VT)
min.
VAV
p
sc
VAS
p
sa
3,9 mm (0,15"), buiten-Ø 6,1 mm (0,24")) ge-
monteerd.
vangen!
moet open blijven.
p
sa
5xDN
installeren