1.3.4 De perimeterdraad installatie voltooien
Wanneer de perimeterdraad tegen de grond bevestigd is, moeten de draadeinden tenslotte nog
aan de perimeterschakelaar bevestigd worden en kan de installatie getest worden.
Trek de twee losse draadeinden strak vanaf het punt waar ze samenkomen en in de richting van
de perimeterschakelaar. Pin ze vast met dezelfde pin zodat ze goed tegen elkaar aanliggen.
(figuur 1.2)
Er zijn twee losse draadeinden op de plek waar u de installatie van de perimeterdraad startte
(Figuur 1.14). Pin ze vast tegen de grond met dezelfde pinnen en draai ze op.
Knip het draadeinde zonder de connector zodat ze even lang zijn – verwijder de extra draad.
Strip 6 mm van het draadeinde (Figuur 1.15).
Figuur 1.14 -
Twee losse draadeinden bij de aanvang.
Doe het vrije perimeterdraad uiteinde in de opening van de connector en draai de schroef aan
met een kleine vlakke schroevendraaier zodat de perimeterdraad vastgehouden wordt in de
connector (Figuur 1.16).
Steek de maaivlakconnector in de perimeterschakelaar (Figuur 1.17)
Figuur 1.16 -
Draai de schroef vast zodat de
draad in de connector vastzit
Neem de perimeterschakelaar en knijp in beide
tappen (zoals in figuur 1.18a wordt weergegeven)
zodat het deksel van de achterkant van de
perimeterschakelaar verwijderd kan worden.
Verbind
de
perimeterschakelaarbord (zie figuur 1.18b) en zet de
perimeterschakelaar weer in elkaar.
Verbind de voeding met een gewoon stopcontact
van 230 Volt.
De voeding is alleen maar geschikt voor gebruik
binnenshuis,
plaats
geventileerde, droge omgeving (bedek ze niet met
een plastic zak).
voedingskabel
aan
deze
dus
in
een
17
Figuur 1.15 -
Strip 6mm van iedere draad
Figuur 1.17
Steek de maaivlakconnector
in de perimeterschakelaar
Figure
Figuur
1.18a
1.18a
het
goed
Figuur 1.18b – Verbind de voedingskabel
van de perimeterschakelaar aan het
perimeterschakelaarbord