nl
8.3
Uitbedrijfname
8.4
Demontage
30
Uitbedrijfname/demontage
Het roerwerk wordt uitgeschakeld, hoeft echter niet te worden gedemonteerd. Hier-
door is het roerwerk altijd bedrijfsklaar.
‡
Dompel het roerwerk geheel in het medium onder om het roerwerk te beschermen
tegen vorst, ijs en direct zonlicht.
‡
Minimumtemperatuur van het medium: +3 °C (+37 °F).
1. Schakel het roerwerk uit.
2. Beveilig de bedieningsplaats tegen onbevoegd opnieuw inschakelen (bijv. hoofd-
schakelaar afsluiten).
▶ Roerwerk is buiten bedrijf en kan gedemonteerd worden.
Als het roerwerk na de uitbedrijfname gemonteerd blijft, moeten de volgende punten in
acht worden genomen:
ƒ
Zorg ervoor dat de hierboven genoemde voorwaarden voor de volledige periode van
de uitbedrijfname in stand worden gehouden. Demonteer het roerwerk als deze
voorwaarden niet kunnen worden gegarandeerd!
ƒ
Voer bij een langere uitbedrijfname regelmatig een functionele run uit:
–
Periode: maandelijks tot driemaandelijks
–
Looptijd: 5 minuten
–
Voer een functionele run alleen onder de geldige bedrijfsomstandigheden uit!
GEVAAR
Gevaar door gezondheidsschadelijke media!
Gevaar van een bacteriële infectie!
• Desinfecteer het roerwerk na de demontage!
• Neem de informatie in het interne reglement in acht!
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
Het niet juist handelen bij werkzaamheden aan elektrische installaties kan overlijden
door een elektrische schok tot gevolg hebben!
• Laat werkzaamheden aan de elektrische installatie door een elektromonteur
uitvoeren!
• Neem de lokale voorschriften in acht!
GEVAAR
Levensgevaar door het gevaarlijke alleen werken!
Werkzaamheden in putten en nauwe ruimten, en werkzaamheden waarbij valgevaar
bestaat, zijn gevaarlijke werkzaamheden. Deze werkzaamheden mogen niet alleen
worden uitgevoerd!
• Voer deze werkzaamheden altijd samen met een andere persoon uit!
WAARSCHUWING
Gevaar voor verbranding aan hete oppervlakken!
De motor kan tijdens het bedrijf heet worden. Er bestaat gevaar voor brandwonden.
• Laat de motor na het uitschakelen afkoelen tot de omgevingstemperatuur!
Draag tijdens de werkzaamheden de volgende beschermingsmiddelen:
ƒ
Veiligheidsschoen: Beschermingsklasse S1 (uvex 1 sport S1)
ƒ
Veiligheidshandschoen: 4X42C (uvex C500)
ƒ
Zorg voor valbeveiliging!
ƒ
Veiligheidshelm: EN 397 conform de norm, bescherming tegen laterale vervorming
(uvex pheos)
(Bij toepassing van hijsmiddelen)
WILO SE 2021-10