▷ Bij luchtkleppen met bypass, indien nodig, de
▷
bypassboring overeenkomstig de gewenste vo-
lumestroom en aanwezige voordruk vastleggen.
Max. capaciteit
7 Luchtklep in stand max. capaciteit zetten.
8 Noodzakelijke luchtdruk p
element voor de brander instellen.
9 Bij gebruik van luchtrestrictie-elementen: lucht-
druk p
controleren.
air
Gasdrukmeting voor de min. en max.
capaciteit voorbereiden
1 Voor de latere fijninstelling op de brander, vooraf
alle meetapparatuur aansluiten.
▷ Gastoevoer verder gesloten houden.
▷
▷ Gasmeetnippel G, buiten-∅ = 9 mm (0,35").
▷
Brander zonder gasmeetflens
2 Gasdruk p
voor de benodigde volumestroom
gas
uit de bijgaande doorstroomkarakteristiek voor
koude lucht aflezen.
[mbar (in WC)]
p
air
p
gas
p
gas
.
V
gas
BIC..50
3
Schroef met 2 slagen
losdraaien.
op het restrictie-
air
p
air
.
V
air
3
[m
/h (ft
/h)]
3
G
4
G
NL-9
BICA
3
Schroef met 2 slagen
losdraaien.
Brander met gasmeetflens
2 Verschildruk voor de benodigde gasvolumestroom
uit de bijgaande doorstroomkarakteristiek voor
koude lucht aflezen.
[mbar (in WC)]
p
air
p
gas
p
gas
∆p
gas
3 p1 gasdruk voor meetflens, p2 gasdruk achter
meetflens. Meetbereik: ca. 15 mbar kiezen.
4
G G
4a
p
1
p
2
Geïntegreerde ontstekingslans op BIC..L
▷ Luchtmeetnippel l, buiten-∅ = 9 mm (0,35").
▷
▷ Gasmeetnippel g, buiten-∅ = 9 mm (0,35").
▷
G
4
G
p
air
.
.
V
V
gas
air
[m
3
/h (ft
/h)]
3
Schroeven
met 2 slagen
losdraaien.