▷ Wij adviseren een ontstekingstransformator
▷
≥ 7,5 kV, ≥ 12 mA te gebruiken, voor ontste-
kingslans 5 kV.
Ionisatiepen en ontstekingselektrode
1
3
4
6 Aardleiding voor het aarden aan het branderele-
ment aansluiten! Bij bedrijf met één elektrode een
directe aardleiding van het branderelement naar
de branderautomaat aanleggen.
WAARSCHUWING
Hoogspanningsgevaar! Op de ontstekingskabel
absoluut een hoogspanningswaarschuwing aan-
brengen.
7 Voor nadere inlichtingen omtrent het installeren
van de ionisatie- en ontstekingskabels de be-
drijfshandleiding en het aansluitschema van de
branderautomaat en van de ontstekingstransfor-
mator raadplegen.
Ingebruikname voorbereiden
Veiligheidsinstructies
▷ Instelling en inbedrijfstelling van de brander met
▷
de exploitant of constructeur van de installatie
bespreken!
▷ De complete installatie inclusief ervoor gescha-
▷
kelde apparaten en elektrische aansluitingen
controleren.
▷ De handleidingen van de afzonderlijke armaturen
▷
in acht nemen.
GEVAAR
De brander mag alleen door erkend vakpersoneel
in bedrijf worden gesteld.
Ontploffingsgevaar! Voorzorgsmaatregelen bij het
ontsteken van de brander in acht nemen!
Vergiftigingsgevaar! Gas- en luchttoevoer zo
instellen dat de brander altijd met luchtovermaat
wordt gebruikt – anders CO-vorming in de bran-
derkamer! CO is reukloos en giftig! Rookgasanalyse
uitvoeren.
▷ Voor elke ontstekingspoging de branderkamer
▷
met lucht (5 x het volume van de branderkamer)
voorspoelen!
▷ Als de brander na het herhaaldelijke inschakelen
▷
▷ Na het ontsteken de vlam en de gas- en luchtzijdige
▷
2
5
▷ De brander alleen bij min. capaciteit (tussen 10
▷
Ontploffingsgevaar! Gasleiding voor de brander
voorzichtig en op oordeelkundige wijze met gas
vullen en veilig naar buiten ontluchten – testvolume
niet in de branderkamer leiden!
Volumestromen bepalen
▷ ▷ V .
▷ P
▷
▷ H
▷
▷ ▷ V
▷ λ: Lambda, luchtgetal
▷
▷ L
▷
• Onderste stookwaarde (COW) H
▷ Informatie over de gaskwaliteit verstrekt het be-
▷
Verbreide gaskwaliteiten
Gassoort
Aardgas H
Aardgas L
Propaan
Stadsgas
Butaan
▷ Uit veiligheidsoverwegingen moet van een mi-
▷
NL-6
van de branderautomaat niet ontsteekt, moet de
gehele installatie gecontroleerd worden.
drukaanduiding op de brander observeren en de
ionisatiestroom meten! Uitschakeldrempel – zie
bedrijfshandleiding branderautomaat.
+ µA –
en 40% van het nominaal vermogen Q
steken – zie typeplaatje.
GEVAAR
.
V
= P
/H
Gas
u
B
.
.
. λ . L
V
= V
Luft
Gas
: gasvolumestroom in m
Gas
: brandervermogen in kW (BTU/h)
B
: stookwaarde (COW) van het gas in
u
kWh/m
3
(BTU/ft
3
)
.
: luchtvolumestroom in m
Luft
: min. benodigde luchthoeveelheid in m
min
(ft
3
/ft
3
)
treffende gasbedrijf.
H
u
kWh/m
(BTU/ft
11
(1063)
8,9
(860)
25,9
(2503)
4,09
(395)
34,4
(3325)
nimale luchtovermaat van 5% (Lambda = 1,05)
worden uitgegaan.
Z
I
) ont-
max
min
3
/h (ft
3
/h)
3
/h (ft
3
/h)
3
/m
3
gebruiken.
u
L
min
3
m
3
/m
3
3
)
(ft
3
/ft
3
)
10,6
(374)
8,6
(304)
24,4
(862)
3,67
(130)
32,3
(1141)