Aanwijzingen m.b.t. de
doorstroomkarakteristiek
▷ Als de dichtheid van het gas in bedrijfstoestand
▷
anders is dan die in de doorstroomkarakteristiek,
dan de drukken op de bedrijfstoestand ter plekke
omrekenen.
p
= p
B
▷ δ
▷
: dichtheid van het gas in de doorstroomka-
M
rakteristiek [kg/m
▷ δ
▷
: dichtheid van het gas in de bedrijfstoestand
B
[kg/m
3
(lb/ft
3
)]
▷ p
▷
: gasdruk in de doorstroomkarakteristiek
M
▷ p
▷
: gasdruk in de bedrijfstoestand
B
Brander zonder gasmeetflens
• Aan de hand van de berekende volumestromen
de gasdruk p
en de luchtdruk p
gas
gevoegde doorstroomkarakteristiek voor koude
lucht aflezen.
[mbar (in WC)]
p
air
p
gas
p
gas
.
V
gas
▷ Met eventuele vermindering van de prestaties
▷
door over- en onderdrukken in de ovenruimte/
branderkamer rekening houden! Overdrukken
optellen en onderdrukken aftrekken.
Brander met gasmeetflens
• Aan de hand van de berekende volumestromen
de verschildruk ∆p
gas
doorstroomkarakteristiek voor koude lucht afle-
zen.
[mbar (in WC)]
p
air
p
gas
p
gas
∆p
gas
▷ Met eventuele vermindering van de prestaties
▷
(lucht) door drukverlies in de ovenruimte/bran-
derkamer rekening houden! Overdrukken optellen
en onderdrukken aftrekken.
▷ De afgelezen gas-verschildruk ∆p
▷
integreerde gasmeetflens is onafhankelijk van de
branderkamerdruk.
. δ
B
δ
M
M
3
(lb/ft
3
)]
uit de bij-
air
p
air
.
V
air
[m
3
/h (ft
/h)]
3
en de luchtdruk p
uit de
air
p
air
.
.
V
V
gas
air
[m
3
/h (ft
/h)]
3
op de ge-
gas
OPGELET
Bij het inbouwen van verloopstukken en kogel-
kranen met binnendraad daalt ∆p
tegreerde gasmeetflens!
▷ Verloopstuk met binnen- en buitendraad: afwijkin-
▷
gen van de doorstroomkarakteristieken treden op
als er een verloopstuk met een andere dwarsdoor-
snede t.o.v. de gasaansluiting GA wordt gebruikt
of een kogelkraan rechtstreeks in de brander ge-
schroefd is.
▷ Verloopnippel met buiten- en buitendraad: er
▷
treden geen afwijkingen van de doorstroomka-
rakteristieken op.
▷ Op vrije aanstroming van de meetflens letten!
▷
▷ Aangezien niet alle door de installatie veroor-
▷
zaakte invloeden bekend zijn, is de instelling van
de brander via de drukken niet al te nauwkeurig.
Een exacte instelling is door volumestroom- of
rookgasmeting mogelijk.
NL-7
op de geïn-
gas