20 Bij afgekoelde branderkamer, door de ovenflens
de keramische buis controleren.
21
22
23
24
▷ Branderelement vastschroeven: BIC(A) 50 tot 100
▷
met max. 15 Nm (11 lb ft), BIC 125 tot 140 met
max. 30 Nm (22 lb ft).
26 Spanning aan de installatie toevoeren.
27 Gas- en luchttoevoer openen.
28
29 Brander op min. capaciteit zetten en de ingestelde
drukken met het overdrachtsrapport vergelijken.
30 Brander meerdere keren op kleine en grote stand
zetten en daarbij de ingestelde drukken, de rook-
gaswaarden en het vlammenbeeld controleren.
GEVAAR
Ontploffings- en vergiftigingsgevaar bij
branderinstelling met luchtgebrek! Gas- en
luchttoevoer zo instellen dat de brander altijd met
luchtovermaat wordt gebruikt – anders CO-vorming
in de branderkamer! CO is reukloos en giftig! Rook-
gasanalyse uitvoeren.
31 Onderhoudsrapport opstellen.
Hulp bij storingen
Nieuwe
afdichting van
Levensgevaar door elektrische schok! Alvorens aan
de aansluit-
stroomvoerende onderdelen te werken de elektri-
flens.
sche bedrading spanningsvrij maken!
Verwondingsgevaar! Branderkoppen zijn scherp.
Storingen mogen uitsluitend door geautoriseerd
vakpersoneel worden verholpen.
▷ Als er bij de controle van de brander geen fout
▷
? Storingen
25
! Oorzaak
• Remedie
? Brander gaat niet in bedrijf?
! Kleppen gaan niet open.
• Spanningsvoorziening en bedrading controleren.
! Lektester meldt storing.
• Kleppen op lekkage controleren.
• Bedrijfshandleiding voor de lektester in acht ne-
! Regelkleppen gaan niet in de positie min. capa-
• Impulsleidingen controleren.
! Gasinlaatdruk te laag.
• Het filter op verontreiniging controleren.
! Gas- en luchtdruk op de brander te laag.
• Restrictie-elementen controleren.
! Branderautomaat meldt storing.
• Ionisatiekabels en ionisatiestroom controleren.
• Brander op voldoende aarding controleren.
• Bedrijfshandleiding van de branderautomaat in
? Brander gaat op storing nadat deze reeds
! Verkeerde instellingen van de gas- en luchtvolu-
• Gas- en luchtdruk controleren.
! Er wordt geen ontstekingsvonk geproduceerd.
• Ontstekingskabel controleren.
• Spanningsvoorziening en bedrading controleren.
• Brander op voldoende aarding controleren.
• Elektroden controleren – zie pagina 13 (Ontste-
NL-14
GEVAAR
wordt gevonden, dan van de branderautomaat
uitgaan en aan de hand van de bedrijfshandleiding
de fout opsporen.
men.
citeit.
acht nemen.
geruime tijd goed gebrand heeft?
mestroom.
kingselektrode en ionisatiepen controleren).