Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding op het be-
dieningspaneel geeft altijd de ge-
wenste temperatuur aan.
De temperatuur is instelbaar van -15 °C
tot en met -32 °C.
De temperatuuraanduiding knippert:
- De temperatuur ligt niet in het moge-
lijke bereik, bijv. als het koelapparaat
net is ingeschakeld.
- Er wordt een andere temperatuur in-
gesteld.
- De temperatuur is een paar graden
gestegen, wat wijst op een koudever-
lies.
Dit koudeverlies is geen probleem wan-
neer dit is ontstaan doordat u:
- de deur van het koelapparaat een
keer vrij lang geopend houdt, bijv. om
een grote hoeveelheid diepvriespro-
ducten in het apparaat te leggen of
eruit te halen,
- verse levensmiddelen invriest.
Zodra de temperatuur tot ca. -10 °C is
gedaald, brandt de temperatuuraandui-
ding weer constant.
De juiste temperatuur
21