4. W i n do w s 2 00 0 /X P e n W i n do ws S er v e r 20 03
Apparaatopties en afdrukinstellingen
4- 1 0
In dit gedeelte worden printerspecifieke instellingen voor de
printerdrivereigenschappen beschreven. Raadpleeg de Help voor
andere onderwerpen.
•
Installeerbare opties op het tabblad Apparaatinstellingen
•
Tabblad Configuratie
•
Tabblad Gedetailleerde instellingen
•
Tabblad Papier/aflevering
OPMERKING: Raadpleeg de Help voor meer informatie over deze
instellingen. Zie "Tabblad Apparaatinstellingen" op pagina 4-11.
U opent het tabblad Apparaatinstellingen of Configuratie door de
printer te selecteren in het venster Printers, waarna u op
[Eigenschappen] in het menu Bestand klikt.
U opent het dialoogvenster Geavanceerde opties door de printer
te selecteren in het venster Printers, waarna u op
[Voorkeursinstellingen voor afdrukken] in het menu Bestand klikt.
Klik op [Geavanceerd] in het venster Layout.
U opent het dialoogvenster Afleveringsinstellingen door de printer
te selecteren in het venster Printers, waarna u op
[Voorkeursinstellingen voor afdrukken] in het menu Bestand klikt.
X er o x 4 11 0 /4 59 0 P o s ts c r i pt - H a nd l ei d i ng v o or d e g e br u i k e r