Printeropties
X er o x 4 110 /4 5 90 P o s ts c r i p t - H an d l ei d in g v o or d e ge b r ui k e r
1.
Klik op [Printers] op de menubalk van Afdrukbeheer en kies
[Toon infopaneel], of
Klik voor OS X v10.3.3 op [Printers] op de menubalk van het
hulpprogramma Printerinstellingen en selecteer [Toon
infopaneel].
2.
Kies [Installeerbare opties] en selecteer de opties die op de
printer zijn geïnstalleerd.
voor meer informatie over de opties.
In dit gedeelte wordt het dialoogvenster Configureer in de Kiezer
beschreven, evenals de Printerspecifieke opties van de printerdriver.
Voor Mac OS 9.x en lager
In dit gedeelte worden de installeerbare opties voor het
besturingssysteem Mac OS 9.x en lager beschreven.
OPMERKING: Installeerbare opties worden doorgaans
automatisch ingesteld op basis van de bi-directionele communicatie
van het apparaat. U hoeft de instellingen niet te wijzigen.
1.
Selecteer de printer met behulp van de Kiezer en klik op [OK].
Het dialoogvenster Momenteel geselecteerd
printerbeschrijvingsbestand (PPD) wordt weergegeven.
2.
Klik op [Configureer].
De lijst Installeerbare opties wordt geopend.
3.
Stel de menu-items in Installeerbare opties in en klik op [OK].
5 . M a c in to s h - c om p ut e r s
Zie "Printeropties" op pagina 5-11
5-11