Opdrachttype
X er o x 4 110 /4 5 90 P o s ts c r i p t - H an d l ei d in g v o or d e ge b r ui k e r
Instellingen
U kunt als opdrachttype Normale afdruk, Beveiligde afdruk,
Proefafdruk en Uitgestelde afdruk selecteren. Om Beveiligde
afdruk, Proefafdruk of Uitgestelde afdruk te kunnen gebruiken
dient u op het tabblad Configuratie de gebruikers-ID en de
toegangscode voor Opdrachttype op te geven. De opgegeven
toegangscode wordt weergeven met asterisks (*).
•
Normale afdruk - Selecteer deze optie wanneer u geen
beveiligde afdrukken, proefafdrukken of uitgestelde afdrukken
wilt maken.
•
Beveiligde afdruk - Met Beveiligde afdruk worden
afdrukopdrachten tijdelijk opgeslagen in de printer en
vervolgens afgedrukt wanneer daartoe opdracht wordt
gegeven via het bedieningspaneel. Selecteer deze optie
wanneer u beveiligde afdrukken wilt maken.
•
Proefafdruk - Met Proefafdruk wordt slechts één kopie
afgedrukt wanneer er meerdere kopieën zijn opgegeven. Als
er geen problemen zijn, kunnen de overige kopieën worden
afgedrukt. Selecteer deze optie wanneer u proefafdrukken wilt
maken.
OPMERKING: De instelling Sets moet zijn geselecteerd op het
tabblad Papier/Aflevering wanneer u Opdrachttype gebruikt.
•
Uitgestelde afdruk - Met Uitgestelde afdruk worden
afdrukopdrachten tijdelijk opgeslagen in de printer, waarna ze
op het geplande tijdstip worden afgedrukt. Selecteer deze
optie wanneer u uitgestelde afdrukken wilt uitvoeren.
Raadpleeg het online Help-systeem voor meer informatie over
het gebruik van de printer.
–
Gebruikers-ID - Hiermee geeft u de gebruikers-ID voor
het opdrachttype weer. De weergegeven gebruikers-ID is
de ID zoals opgegeven op het tabblad Configuratie. Deze
optie kan alleen worden geselecteerd wanneer de
instelling op het tabblad Configuratie gedefinieerd is. Dit is
een alleen-lezen item dat hier niet kan worden gewijzigd.
–
Toegangscode - Hiermee geeft u de toegangscode voor
beveiligde afdrukken weer zoals opgegeven op het tabblad
Configuratie. Elk ingevoerd teken wordt weergeven als
een asterisk (*). Deze optie kan alleen worden
geselecteerd wanneer de instelling op het tabblad
Configuratie gedefinieerd is. Dit is een alleen-lezen item
dat hier niet kan worden gewijzigd.
–
Documentnaam ophalen - Selecteer de methode om de
documentnaam op te geven. Als u Auto-ophalen hebt
geselecteerd, kan een documentnaam van maximaal 24
alfanumerieke tekens worden opgegeven.
3. W in d ow s N T 4. 0
3-17