De helderheid corrigeren en opnamen
maken (i-Contrast)
De camera kan delen van een compositie, zoals gezichten of achtergronden,
die te licht of te donker zijn, detecteren en deze tijdens het maken van
opnamen automatisch aanpassen aan de optimale helderheid.
DR (Dynamic Range)-correctie wordt gebruikt om fellere belichting van de
lichtere delen te onderdrukken. Schaduwcorrectie wordt gebruikt om
schaduwdetails te benadrukken.
•
In sommige omstandigheden kan het beeld grof lijken of is de belichting
mogelijk niet juist aangepast.
•
U kunt opgeslagen beelden corrigeren (p. 163).
U kunt de camera ook zo instellen dat u door te draaien aan de y-ring de
•
instellingen voor DR-correctie of schaduwcorrectie (p. 123) wijzigt.
•
Niet beschikbaar in de modus
DR-correctie (Dynamic Range-correctie)
U kunt een van de volgende DR-correctiemethoden selecteren:
en
.
•
Met
en
waarde hoger dan
•
Met
gaat de ISO-waarde terug naar
hoger dan
•
Met
gaat de ISO-waarde terug naar
hoger dan
Selecteer
Druk op de knop m en vervolgens op
de knoppen op om
Selecteer een instelling.
Druk op de knoppen qr of draai de knop
7 om een optie te selecteren en druk
vervolgens op de knop m.
Na de instelling verschijnt @ op het
scherm.
gaat de ISO-waarde terug naar
hebt ingesteld.
hebt ingesteld.
hebt ingesteld.
of
.
.
, zelfs als u een
, zelfs als u een waarde
, zelfs als u een waarde
,
te selecteren.
89