De helderheid aanpassen
(Belichtingscompensatie)
U kunt de standaardbelichting die door de camera wordt ingesteld,
aanpassen met stappen van 1/3 in een bereik van -3 tot +3.
U kunt de camera ook zo instellen dat u door te draaien aan de y-ring de
belichtingscompensatie (p. 123) wijzigt.
De flitser inschakelen
U kunt de flitser zo instellen dat deze altijd flitst als u een opname maakt.
Het effectieve flitsbereik is circa 50 cm – 7,0 m met een maximale
groothoekinstelling (j), en circa 50 cm – 2,3 m met een maximale telelens-
instelling (i).
Selecteer de
belichtingscompensatiemodus.
Druk op de knop o.
Pas de helderheid aan.
Kijk naar het scherm en draai de knop 7
om de helderheid in te stellen.
De belichtingscompensatie verschijnt op
het scherm.
Selecteer h.
Druk eerst op de knop r en druk daarna
op de knoppen qr of draai de instelknop
7 om h te selecteren. Druk vervolgens op
de knop m.
Als de flitser is ingeklapt, wordt deze
automatisch uitgeklapt.
Nadat u de items hebt ingesteld, verschijnt
h op het scherm.
83