[Laden flitser] wordt weergegeven wanneer de ontspanknop wordt
ingedrukt, en opnemen is niet mogelijk (= 4 5).
[
] verschijnt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt (= 4 5).
•
Stel [IS modus] in op [Continu] (= 1 01).
•
Klap de flitser uit en stel de flitsmodus in op [h] (= 9 8).
•
Verhoog de ISO-waarde (= 8 2).
•
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de camera stil te
houden. In dit geval moet u [IS modus] instellen op [Uit] (= 1 01).
De opnamen zijn niet scherp.
•
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op het onderwerp en druk de knop
daarna volledig in om een opname te maken (= 3 5).
•
Zorg dat de onderwerpen zich binnen het scherpstelbereik bevinden (= 2 05).
•
Stel [AF-hulplicht] in op [Aan] (= 6 2).
•
Bevestig dat onnodige functies zoals macro worden uitgeschakeld.
•
Probeer op te nemen met de focusvergrendeling of AF-vergrendeling (= 9 3, 97).
Er worden geen AF-kaders weergegeven en de camera stelt niet
scherp wanneer de ontspanknop half wordt indrukt.
•
Om de AF-kaders weer te geven en de camera goed te laten scherpstellen, probeert
u de gebieden met veel contrast in het centrum van de compositie te plaatsen voordat
u de ontspanknop half indrukt. Of probeer de ontspanknop meerdere malen half in te
drukken.
De onderwerpen in de opnamen zijn te donker.
•
Klap de flitser uit en stel de flitsmodus in op [h] (= 9 8).
•
Pas de belichting aan met behulp van de belichtingscompensatie (= 8 1).
•
Pas het contrast aan met i-Contrast (= 8 3, 137).
•
Gebruik AE lock of spotmeting (= 8 1, 82).
De onderwerpen zijn te helder, de highlights zijn vervaagd.
•
Klap de flitser in en stel de flitsmodus in op [!] (= 4 3).
•
Pas de belichting aan met behulp van de belichtingscompensatie (= 8 1).
•
Gebruik AE lock of spotmeting (= 8 1, 82).
•
Verminder de belichting van het onderwerp.
De opnamen zijn te donker, ondanks dat er is geflitst (= 4 5).
•
Maak de opname binnen het bereik van de flits (= 2 05).
•
Pas de helderheid aan met behulp van flitsbelichtingscompensatie of door het niveau
voor de flitsuitvoer te wijzigen (= 9 9, 107).
•
Verhoog de ISO-waarde (= 8 2).
Problemen oplossen
183