Gebruiksaanwijzing
SIPOS SEVEN: PROFITRON, HiMod
De volgorde welke eindpositie het eerst
wordt ingesteld, is niet dwingend. Hieronder
is de instelling van de OPEN-eindpositie
beschreven. De instelling van de
DICHT-eindpositie is overeenkomstig.
5. De eindpositie die het eerst moet worden
ingesteld (in dit voorbeeld eindpositie OPEN)
selecteren (afb. 3, pos. 1) en bevestigen.
Op het display is nu de instelling van de
eindpositie te zien en er wordt verzocht de
eindpositie OPEN te benaderen (afb. 4). Als
looprichting wordt richting OPEN aangebo-
den: symbool eindpositie OPEN heeft een
oranje achtergrond (afb. 4, pos. 1).
Als er in de andere richting moet worden ge-
reden, Drive Controller draaien en de oranje
markering op het symbool DICHT (afb. 4,
pos. 2) zetten.
In principe dient de eindpositie die in de
vorige bedieningsstap 4 was geselecteerd,
het eerst te worden ingesteld!
Verder is op het display het ingestelde
uitschakeltype te zien. In dit voorbeeld
■
Eindpositie DICHT = koppelgestuurd
(pos. 3) en
■
Eindpositie OPEN = trajectafhankelijk
(pos. 4)
6. Afhankelijk van of er in de eindpositie trajec-
tafhankelijk of koppelgestuurd moet worden
uitgeschakeld, dient de volgende opeenvol-
ging van handelingen te worden gekozen.
■
Trajectafhankelijke uitschakeling:
a) Rekening houden met de positie van de
armatuur en richting eindpositie rijden;
Drive Controller indrukken.
De aandrijving zo ver verplaatsen tot de
armatuur de eindpositie heeft bereikt.*
Terwijl de aandrijving in beweging is,
knippert de LED van de geselecteerde
eindpositie.
■
Bij kort (< 3 s) bedienen van de Drive Controller beweegt de aandrijving alleen zolang
de Drive Controller wordt ingedrukt. Wanneer er langer wordt bediend (> 3 s) vindt er
zelfvergrendeling plaats (op het display wordt "zelfvergrendeling actief" weergegeven)
en verrijdt de aandrijving zolang tot de Drive Controller opnieuw wordt ingedrukt.
■
Als bij trajectafhankelijke uitschakeling koppelgestuurd werd uitgeschakeld, bijv. bij
een zwaar lopende actuator, ongunstig koppelverloop of het tegen een mechanische
aanslag lopen, dan wordt dit met "koppelgestuurd uitgeschakeld" op het display
weergegeven.
b) Als de gewenste positie voor de eind-
positie is bereikt, op Drive Controller
drukken; de aandrijving stopt. Eventuele
fijnafstelling door het verrijden in tegen-
overgestelde richting uitvoeren.
___________________________
* Als de actuator voor het bereiken van de eindpositie zelfstandig is uitgeschakeld, kan dit twee oorzaken hebben:
– Zwaar lopende actuator of ongunstig verloop toerentalkoppel, in dit geval procedure afbreken of
– Armatuur heeft mechanische aanslag bereikt, in dit geval naar de gewenste eindpositie terug bewegen.
Y070.302/NL
7�5 Eindposities – non intrusive
Afb� 3: selectie van de eindpositie
Afb� 4: naar eindpositie in richting
OPEN gaan
7 Inbedrijfstelling
Pagina 57
7