7 Inbedrijfstelling
7.3 Armatuurparameters
7
Uitschakelkoppel/uitschakelkracht
De instelling bepaalt welk koppel of welke kracht afhankelijk van de belasting moet worden bereikt,
waarbij de motor wordt uitgeschakeld. Dit geldt zowel bij de koppelgestuurde/krachtafhankelijke
uitschakeling in de eindpositie als bij een blokkade. Daarom dient ook bij trajectafhankelijke uit-
schakeling het uitschakelkoppel of de uitschakelkracht te worden ingesteld.
Het uitschakelkoppel / de uitschakelkracht van een actuator richt zich naar de dimensionering van
de actuator die wordt bepaald door het beoogde gebruik. Het uitschakelkoppel van een actuator
staat op het typeplaatje.
Bij de parametrisatie wordt met een geparametreerde hulpoverbrenging (zie hoofdstuk "7.2
Hulpoverbrenging" op pagina 36) rekening gehouden: de waarden voor uitschakelkoppel/-kracht
worden met de factor out-/inputkoppel of inputkoppel/outputkracht omgerekend en weergegeven.
Op het display zijn voor de parametrisatie alleen de waarden te zien die relevant zijn voor de
combinatie van de actuator met de aangesloten overbrenging. Dienovereenkomstig is de weergave
van de instelwaarden bij de
– Draaioverbrenging: uitschakelkoppel [Nm];
– Lineaire eenheid: uitschakelkracht [kN];
– Zwenkoverbrenging: uitschakelkoppel [Nm].
Het instelbereik is bij actuatoren van de bedrijfsklasse A en B 30-100% en bij actuatoren van de
bedrijfsklasse C en D 50-100%, telkens in stappen van 10% van het max. koppel (bij een aantal
hulpoverbrengingen kunnen andere grenswaarden van toepassing zijn). De standaardinstelling is
altijd de kleinst mogelijke waarde (doorgaans bij klasse A en B 30% van de maximumwaarde, bij
klasse C en D 50% van de maximumwaarde).
In de onderstaande tabel zijn de mogelijke parameterwaarden zonder hulpoverbrenging te vinden.
■
Bij de zwenkaandrijving 2SG7 is het uitschakelkoppel niet te wijzigen.
■
Bij 2SQ7 kan het uitschakelkoppel via de koppelschakeling worden ingesteld, zie aanvulling op
gebruiksaanwijzing Y070.449.
■
Als er een uitschakeltype of koppelinstelling is gekozen dat of die ongeschikt is voor de arma-
tuur, kan de armatuur worden beschadigd!
Uitschakelbereik [Nm]
37 – 125
75 – 250
150 – 500
300 – 1000
600 – 2000
1200 – 4000
87 – 175
175 – 350
350 – 700
700 – 1400
1400 – 2800
Om het zo eenvoudig mogelijk te maken, wordt in de beschrijving de term "koppel" ook voor
kracht gebruikt. Voor "koppelgestuurd of krachtafhankelijk" wordt bijvoorbeeld alleen de term
koppelgestuurd gebruikt.
Pagina 44
Uitschakelkoppels (zonder hulpoverbrenging)
Mogelijke waarden voor het instellen in Nm van Md
30%
Klasse A en B (bedrijfsmodus conform EN 15714-2)
9 – 30
9
18 – 60
18
37
75
150
300
600
1200
▲Standaard ingesteld is 30%
Klasse C en D (bedrijfsmodus conform EN 15714-2)
10 – 20
20 – 40
40 – 80
SIPOS SEVEN: PROFITRON, HiMod
40%
50%
60%
12
15
18
24
30
36
50
62
75
100
125
150
200
250
300
400
500
600
800
1000
1200
1600
2000
2400
10
12
20
24
40
48
87
105
175
210
350
420
700
840
1400
1680
▲Standaard ingesteld is 50%
Gebruiksaanwijzing
max
70%
80%
90%
21
24
27
42
48
54
87
100
112
175
200
225
350
400
450
700
800
900
1400
1600
1800
2800
3200
3600
14
16
18
28
32
36
56
64
72
122
140
157
245
280
315
490
560
630
980
1120
1260
1960
2240
2520
Y070.302/NL
100%
30
60
125
250
500
1000
2000
4000
20
40
80
175
350
700
1400
2800