5.
Installeer de lagers (107}) op de ventieldrager (111).
Breng draaddichtmiddel aan en draai de schroeven
(104) aan tot 2–3 N.m.
6.
Installeer de lagerklemmen (122) in de verzonken
gedeelten van de ventieldrager (111). Breng draadhecht-
middel aan en draai de schroeven (104) aan tot 9 N.m.
Smeer de pennen (123n) en breng ze aan op de lager-
rollers (121n). Smeer de klemmen (122) en breng de
lagerrollers (121n) aan.
7.
Smeer de o-ringen (120{) en breng ze aan op de ventiel-
drager (111). Klik de schuifblokken (119) op hun plaats
met het lipje (K) naar het dichtstbijzijnde uiteinde van de
drager gericht. Zorg ervoor dat de o-ringen er niet uitrollen
of verdraaien. Smeer de schuifblokken.
8.
Zet de aanslagen in elkaar.
OPMERKING: Als u aanslagset 222982 gebruikt, hoeft
u de aanslagen niet in elkaar te zetten.
Sla stappen a. t/m b. over en ga verder
bij stap 9.
a.
Smeer de rollerpen (117) en installeer hem in de
aanslagroller (115). Smeer de veer (112) en installeer
hem in de plunjergeleider (113). Smeer de plunjer
(114).Druk de aanslagroller en de complete pen in
de plunjer.
b.
Richt de ruitjes in de plunjer (114) uit met de lipjes
van de plunjergeleider (113). Plaats de complete
aanslag op de werkbank en druk neerwaarts op de
plunjergeleider om de roller (115) in de plunjer vast
te zetten. Zorg ervoor dat de lipjes van de plunjer in
de ruitjes vast komen te zitten. Zie Afb. 6. Herhaal
dit voor de andere aanslag.
113
115
Afb. 6
14 308213
Onderhoud
9.
Steek de aanslagen in hun geheel zo in de ventieldrager
(111) dat de aanslagrollers (115) naar buiten gericht zijn,
uit de drager. Breng de drager (101) zo in het ventielhuis
aan dat de aanslagrollers ingrijpen in de aanslagplaten
(105) op het huis. Zie Afb. 7.
104
2
4
n Deze onderdelen zitten in de aanslagset
222982, die afzonderlijk te bestellen is.
Afb. 7
10. Vet de schuifplaten (124) in en installeer ze in het ven-
tielhuis (101) met de o-ring-groeven naar buiten uit het
huis gericht. Breng draaddichtmiddel aan en draai de
schroeven (104) gelijkmatig aan tot 9 N.m. Schroef ze
vervolgens los indien nodig zodat de plaat (124) gelijk
komt te zitten met de behuizing (101). Zie Afb. 7.
11. Vervang de onderplaatpakking (26{) en -dichtingen
114
(27{). Smeer de o-ring-groeven van de schuifplaten
(G) en installeer vervolgens de dichtingen (27{) in de
groeven met de gebogen zijden naar buiten gericht
(zie de detailtekening in Afb. 3 op blz. 11).
12. Installeer het luchtventiel (25) met behulp van een 6 mm
inbussleutel en de zes inbusschroeven (28). Aandraaien
tot 22–23 N.m. Zie Afb. 3.
13. Breng de afschermkap van de luchtmotor weer aan
02249
zoals staat beschreven onder Luchtmotor afscherm-
kap, weer in elkaar zetten op blz. 10.
2
4
124
115
101
Gebruik vloeibare pakking.
Aandraaien tot 9 N.m en losschroeven
indien nodig zodat de plaat (124) gelijk
komt te zitten met de behuizing (101).
111
Jn
02269