Onderhoud van de luchtventiel
OPMERKING: Geef het luchtventiel om de 3 miljoen cycli
een onderhoudsbeurt. Als de luchtmotor af-
slaat, geef het luchtventiel dan onmiddellijk
een onderhoudsbeurt.
OPMERKING: Er is een luchtventielreparatieset (222959)
verkrijgbaar. Onderdelen die in de set zitten
zijn aangeduid met een symbool ({). Gebruik
voor de beste resultaten alle onderdelen uit
de set.
OPMERKING: Er is een tuimelaarset (222981) en een
aanslagset (222982) verkrijgbaar ter ver-
vanging van deze complete onderdelen.
De onderdelen die in set 222981 zitten,
zijn aangeduid met het (}) symbool en
de onderdelen die in set 222982 zitten,
zijn aangeduid met een vinkje (n).
Demontage
WAARSCHUWING
Om het risico van ernstig letsel te verminderen moet u
elke keer als u de instructie krijgt om de druk te ontlasten
de Drukontlastingsprocedure op blz. 9 volgen.
1.
Zet de pomp in het midden van de slag stil. Ontlast
de druk vóór u enig onderhoud gaat plegen.
104
4
2
124
1
Smeren.
2
Gebruik vloeibare pakking.
3
Vet de uiteinden van de tuimelaar in (T).
Aandraaien tot 9 N.m en losschroeven
4
indien nodig zodat de plaat (124) gelijk
komt te zitten met de behuizing (101).
5
Aandraaien tot 2–3 N.m.
6
De lipjes moeten in het huis (101) gericht zitten.
}
Deze onderdelen zitten in de tuimelaarset
222981, die afzonderlijk te bestellen is.
n Deze onderdelen zitten in de aanslagset
222982, die afzonderlijk te bestellen is.
Afb. 4
12 308213
Onderhoud
111
}107
104
5
2
2.
Verwijder de afschermkap van de luchtmotor zoals
staat beschreven onder Luchtmotor afschermkap,
demontage op blz. 10.
3.
Volg stappen 3 en 4 onder Het luchtventiel vervangen
op blz. 10.
4.
Verwijder met een 4 mm inbussleutel de inbusschroeven
(104) waarmee de twee schuifplaten (124) vastzitten
op het ventielhuis (101). Til de schuifplaten van het huis
en ga daarbij voorzichtig te werk om te voorkomen dat
u krassen maakt op de gepolijste oppervlakken. Reinig
het oppervlak en de randen van de schuifplaten en kijk
ze na op beschadigingen. Zie Afb. 4.
5.
Til de ventieldrager (111) uit het ventielhuis (101).
De aanslagen (J) zullen uit de drager schuiven;
ga voorzichtig te werk en laat ze niet vallen. Leg
ze opzij.
6.
Verwijder de schroeven (104) waarmee de bovenste
stangfitting (103) vastzit aan het ventielhuis (101). Draai
de fitting 90_ en verwijder hem. Verwijder de dichting
(102) met behulp van een o-ringlichter. Doe hetzelfde
voor de onderste stangfitting.
7.
Verwijder de complete tuimelaar (T) uit het huis (101).
Leg hem opzij.
Jn
}T
3
104
3
103}
102}
101
102}
103}
104
2
5
1
1
6
1
6
1
2
5
02271