Overzicht van de instellingen voor de printerdriver
De volgende tabellen bevatten de instellingen voor de printerdriver van Windows. Niet alle
instellingen zijn beschikbaar in alle versies van Windows. Meer details vindt u in de Help bij de
printerdriver.
Printerinstellingen
Instellingen
Paper Size (Formaat)
Orientation (Richting)
Paper Source (Papierinvoer)
Graphic (Afbeelding) - Print
Quality (Afdrukkwaliteit)
Halftoning (Halftoon)
Printer Font Setting (Letter‐
type-instelling van printer)
Page Order (Paginavolgor‐
de)*
Pages Per Sheet (Pagina's per
vel)*
Copy Count (Aantal afdruk‐
ken)*
Advanced Printing Features
(Geavanceerde printerfunc‐
ties)*
Uitleg
Selecteer het formaat van het papier dat u wilt gebruiken. Als u het gewenste
papierformaat niet kunt zien, schuift u met de schuifbalk door de lijst. Zie "Definitie van
aangepast papierformaat" op pagina 30 voor instructies als het gewenste
papierformaat niet in de lijst wordt weergegeven.
Selecteer Portrait (Staand) of Landscape (Liggend).
Selecteer de papierbron die u wilt gebruiken.
Selecteer de resolutie die u wilt gebruiken voor de afdrukken. Hoe hoger de
geselecteerde resolutie, des te gedetailleerder de afdruk. Bij een hoge resolutie neemt
het afdrukken echter meer tijd in beslag.
Selecteer het type halftoon dat u wilt gebruiken bij het afdrukken van afbeeldingen. Als
u wilt dat de printer automatisch bepaalt welke halftoonkwaliteit optimaal is, kiest u de
optie Auto Select (Automatisch selecteren).
Selecteer een tekentabelgroep die u wilt gebruiken. U kunt kiezen uit drie
tekentabelgroepen: Standard (Standaard), Expanded (Uitgebreid) en None (Bit
Image printing) (Geen [bitafbeelding afdrukken]). Als u Standard (Standaard) of
Expanded (Uitgebreid) selecteert, gebruikt de printer de apparaatlettertypen. De
optie Expanded (Uitgebreid) bevat meer lettertypen dan de optie Standard
(Standaard). Als u None (Geen) selecteert, gebruikt de printer bitmapafbeeldingen in
plaats van apparaatlettertypen. Zie "Elektronisch" op pagina 107 voor informatie over
de lettertypen die in elke tabel zijn opgenomen.
Bepaal of de printer vooraan of achteraan begint met afdrukken.
Selecteer het aantal pagina's dat u op één pagina wilt afdrukken.
Dit selectievakje wordt weergegeven als u meer dan één afdruk selecteert in het vak
Number of copies (Aantal exemplaren) en u kunt aangeven of u de afgedrukte pagina's
wilt sorteren.
Selecteer Enable (Inschakelen) of Disable (Uitschakelen) om de
metabestandsspooling in of uit te schakelen.
PLQ-30/PLQ-30M
Gebruikershandleiding
Printersoftware
29