Er kan op max. 23 punten per AF-zone worden scherpgesteld. Dit is doeltreffend wanneer
het onderwerp zich niet in het midden van het scherm bevindt.
(het kader van de AF-zone is gelijk aan de instelling van de beeldverhouding)
Aantekening
•
De 23 AF-zones kunnen in 9 zones onderverdeeld worden en de zone waarop men wilt
scherpstellen kan ingesteld worden.
•
De AF-zone wordt niet weergegeven zolang hij niet scherpgesteld is. Ook als de
[FOCUSFUNCTIE] op [AFC] gezet wordt, wordt de AF-zone niet weergegeven ook niet als
deze scherpgesteld wordt.
•
De camera stelt met behulp van [
23 zones) gelijktijdig oplichten. Zet de AF-functie op [Ø] als u zelf de focuspositie voor het
maken van opnamen wilt bepalen.
Het toestel stelt scherp op het onderwerp in de AF-zone op het scherm.
Aantekening
•
De positie en de maat van de AF-zone kunnen veranderd worden.
•
Wanneer het onderwerp zich niet in het midden bevindt van de samenstelling in [Ø], kunt u
het onderwerp in de AF-zone brengen, de scherpstelling en de belichting vaststellen door de
sluitertijd tot de helft in te drukken, het toestel verplaatsen naar de samenstelling die u wilt
terwijl u de ontspanknop tot de helft ingedrukt houdt en dan het beeld maken. (Alleen als de
[FOCUSFUNCTIE] op [AFS] gezet is.)
Opnemen
Over [
] (23-zonefocussing)
(P89)
] scherp op alle AF-zones als er meerdere AF-zones (max.
Over [Ø] (1-zonefocussing)
- 88 -
(P89)