U kunt eerst uitvergroten en dan een belangrijk deel van de opname kiezen.
1
Selecteer [BIJSNIJD.] op het [AFSPELEN] functiemenu.
2
Op 2/1 drukken om het beeld te selecteren en vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
3
Gebruik de functieknop op de achterkant en druk op 3/4/2/1 om de door te
knippen delen te selecteren.
Functieknop (rechts) achterop: Vergroting
Functieknop (links) achterop: Verkleining
3/4/2/1: Verplaats
4
Op [MENU/SET] drukken.
5
Druk op 3, selecteer [JA] en druk vervolgens op [MENU/SET].
•
Druk op [
Aantekening
•
De beeldresolutie van het geknipte beeld zou kleiner kunnen worden dan die van het origineel
afhankelijk van de snijdgrootte.
•
De beeldkwaliteit van het geknipte beeld zal slechter worden.
•
Beelden die met andere apparatuur gemaakt zijn, kunnen wellicht niet geknipt worden.
•
Films, beelden afgedrukt met [TEKST AFDR.] en beelden die opgenomen werden met [
[
] of [
] kunnen niet bijgesneden worden.
•
Informatie m.b.t. de gezichtdetectie in het originele beeld zal niet gekopieerd worden naar
beelden die [BIJSNIJD.] ondergaan hebben.
Afspelen/Bewerken
[BIJSNIJD.]
] om terug te keren naar het menuscherm.
- 157 -
(P56)
],