Inhoudsopgave
Advertenties
Handleiding
Z
WENKKRANEN
3.22 Montage van de energietoevoer
3.22.1 Energietoevoer vacuüm
In de stuklijst staat het aantal kabelwagens vermeld. Dit aantal is exact aangepast op de kraangiek.
Vacuümslang,
eindklemmen en
kabelwagen
3.22.2 Energietoevoer stroom
In de stuklijst staat het aantal kabelwagens vermeld. Dit aantal is exact aangepast op de kraangiek.
Kabelwagen, eindklem voor
baan/houder, eindklem
ophanger
Elektrische aansluiting
Gefahr
Gefahr
BA 30.14.01.00066
Hoofdstuk 3
Montage/inbedrijfstelling
Vacuüm-toevoerslang volgens de instructies van de fabrikant van de lastopname
voorbereiden. Bijvoorbeeld: band om de toevoerslang, band van karabijnhaak
voorzien, letten op de afstand tussen de banden.
Kabelwagen zoals aangegeven in de stuklijst in de aluminium kraanrail aanbrengen.
Aan de uiteinden van de kraanrail moet een variabele eindklem deskundig
gemonteerd worden.
Karabijnhaak op de slang in de haakbouten van kabelwagen en eindklem hangen.
Kabelwagen zoals aangegeven in de stuklijst in de aluminium kraanrail
aanbrengen. Aan de uiteinden van de kraanrail moet een variabele
eindklem deskundig gemonteerd worden.
Trekontlasting voor toevoerleiding
kettingtakel aanbrengen op de
ophanger en de eerste kabel-
wagen.
Platte kabel plaatsen en bevestigen, op gelijkmatige afstanden letten.
Aansluiting van de platte kabel op de voedingsschakelaar kraan (zie hoofdstuk
Elektrische installatie).
Dit mag alleen door een elektricien worden uitgevoerd.
Bij kettingtakel:
Aansluiting van de platte kabel op de voedingsschakelaar.
Bij slangheffer:
Aansluiting van de ventilator op de motorbeveiligingsschakelaar
De stroomtoevoer ter plaatse met flexibele kabels moet op dit onderdeel
worden aangesloten.
Status 11/2011 / Index 03
Pagina 37 / 46
Advertenties
Inhoudsopgave
