Inhoudsopgave
Advertenties
Probleemoplossing
Probleemoplossing
Als de airconditioner niet normaal werkt, raadpleeg dan onderstaande gids voor probleemoplossing.
Probleem
De airconditioner stopt met
werken.
Kan de temperatuur niet
wijzigen.
Foute temperatuur van de
luchtstroom.
Ik kan de richting van de
luchtstroming niet wijzigen.
Ik kan de ventilatiesnelheid niet
wijzigen.
Nederlands
40
• Zorg ervoor dat de unit stroom krijgt.
• Controleer de stroomonderbreker. Als deze is uitgeschakeld, schakel
hem opnieuw in en start de unit opnieuw op. Als het probleem
aanhoudt, neem dan contact op met uw serviceprovider.
• De functie Timer uit heeft de unit mogelijk uitgeschakeld. Schakel de
unit opnieuw in.
• Controleer of de unit in de modus Fan of Fast werkt. Als dat zo is, kunt
u de ingestelde temperatuur niet wijzigen; de unit regelt automatisch
de ingestelde temperatuur.
• Controleer de ingestelde temperatuur. In de Cool-modus gebeurt de
koeling alleen wanneer de ingestelde temperatuur lager is dan de
huidige temperatuur. In de Heat-modus gebeurt de verwarming alleen
wanneer de ingestelde temperatuur hoger is dan de huidige temperatuur.
• Druk op de knop
(Temperatuur) op de afstandsbediening om de
ingestelde temperatuur te wijzigen.
• Controleer of het luchtfilter wordt geblokkeerd door vuil of afval. Als
het luchtfilter is geblokkeerd, kunnen de prestaties op het gebied
van koelen en verwarmen afnemen. Maak het luchtfilter regelmatig
schoon (pagina 37).
• Controleer of de buitenunit is afgedekt en of er obstakels in de buurt
staan. Verwijder eventuele afdekkingen en obstakels.
• Controleer of de functie Ontdooien ingeschakeld is (pagina 24).
Tijdens het ontdooien stopt de ventilator en komt er geen warme
lucht uit de unit.
• Controleer of er deuren of ramen openstaan. Dit kan een slechte
circulatie of slechte prestaties veroorzaken. Sluit alle deuren en ramen.
• Controleer of de lengte van de leiding tussen de units de maximale
lengte van de leiding overschrijdt (zie "Typische installatie" in de
Installatiehandleiding). Als dat zo is, dan kunnen de prestaties van de
the koeling en verwarming verminderen.
• Controleer of de functie good'sleep ingeschakeld is in de Cool-modus.
Als dat zo is, kunt u de luchtstroomrichting niet regelen.
• Controleer of de unit in de Auto-, Dry- of Fast-modus werkt of
de functie good'sleep ingeschakeld is in de Cool-modus. In deze
omstandigheden kunt u de ventilatorsnelheid niet regelen; de unit
regelt automatisch de ventilatorsnelheid.
Oplossing
Advertenties
Inhoudsopgave
