2 Handmatig scherpstellen
• Het is raadzaam een statief te gebruiken. Een bewegende camera kan het scherpstellen bemoeilijken.
• Gebruik de I KNOP FOCUSREGELING optie in het menu Instellingen (P 108) om de draairichting van de sub-
bedieningsknop om te keren.
• De camera zal niet scherpstellen wanneer de sub-bedieningsknop voorbij oneindig gedraaid is.
• Voor automatisch scherpstellen, drukt u op de AEL/AFL-knop. Deze methode kan gebruikt wor-
den om snel scherp te stellen op een gekozen onderwerp in handmatige scherpstelstand.
• De camera kan de scherpstelafstand in meters of feet aangeven. Gebruik de optie
M EENHEDEN AF-SCHAAL van het instellingenmenu (P 114) om de gebruikte eenheden
te kiezen.
j SCHERPSTELLOEP
Als AAN is geselecteerd voor j SCHERPSTELLOEP in het menu In-
stellingen (P 108), dan kunt u de weergave in het LCD-scherm vergro-
ten door aan de sub-bedieningsknop te draaien.
Om naar andere delen van het beeld te scrollen, druk de selectieknop omhoog en gebruik ver-
volgens de selectieknop of de secundaire instelschijf, of druk op DISP/BACK om terug te keren
naar het midden van het beeld. Druk op MENU/OK om de normale werking te hervatten wanneer
het gewenste gedeelte wordt weergegeven.
52
M
2000
F6.4
Scherpstelstand
M
2000
F6.4