f KLEUR
KLEUR
f
Pas de kleurdichtheid aan.
q SCHERPTE
SCHERPTE
q
Om aan te geven of contouren al dan niet moeten
worden verzacht.
r HIGHLIGHT TINT
HIGHLIGHT TINT
r
Het uiterlijk van de hoge lichten aanpassen.
s SCHADUWTINT
SCHADUWTINT
s
Het uiterlijk van de schaduwen aanpassen.
h GELUIDSREDUCTIE
GELUIDSREDUCTIE
h
Kies de hoeveelheid ruisvermindering.
[STD]
[STD]
R INTELL. DIGITALE ZOOM
INTELL. DIGITALE ZOOM
R
Als 2.0× is geselecteerd, zal de intelligente digitale
zoom het beeld tot 2
[STD]
[STD]
ken voor scherpe resultaten met hoge resolutie.
a
• Intelligente digitale zoom wordt mogelijk geannuleerd
[STD]
[STD]
wanneer u een andere stand kiest.
• Intelligente digitale zoom kan soms een lagere beeld-
kwaliteit opleveren dan optische zoom.
• Intelligente digitale zoom is niet beschikbaar in de conti-
[STD]
[STD]
nue opnamestand of tijdens het opnemen van fi lms.
Z GEAVANCEERDE ANTI-SCHERPTE
GEAVANCEERDE ANTI-SCHERPTE [AAN]
Z
[STD]
[STD]
Selecteer AAN om geavanceerde anti-scherpte in
stand S (P 33) in te schakelen.
b GEZICHTSDETECTIE
GEZICHTSDETECTIE
b
Bepaal of de camera automatisch de scherpstelling
en belichting instelt bij het maken van portretfoto's
(P 58).
De menu's gebruiken: Opnamestanden
vergroten en terwijl verwer-
×
[UIT]
[UIT]
[AAN]
[UIT]
[UIT]
93