Stille stand
Wanneer u niet wilt dat de camera geluiden maakt of
licht geeft, drukt u op de DISP/BACK-knop totdat o op
het LCD-scherm verschijnt.
De luidspreker, de fl itser en het AF hulplicht/de zelfont-
spannerlamp worden uitgeschakeld en fl its- en volume-
instellingen kunnen niet worden aangepast. Wilt u de
camera weer normaal laten werken, druk dan op de DISP/
BACK-knop totdat het o-pictogram verdwijnt.
De indicatorlamp
De indicatorlamp
De indicatorlamp geeft de status van de camera als
volgt weer:
De indicatorlamp
De indicatorlamp
Brandt groen De scherpstelling is vergrendeld.
Waarschuwing voor bewegingson-
Knippert groen
scherpte, scherpstelling of belichting.
De foto kan worden gemaakt.
Knippert groen
Bezig met een opname. Er kunnen ex-
tra foto's worden gemaakt.
en oranje
Bezig met een opname. Er kunnen
Brandt oranje
momenteel geen extra foto's worden
gemaakt.
De fl itser wordt opgeladen; wanneer
Knippert oranje
een foto wordt genomen, wordt niet
(Snel)
gefl itst.
De zoomring staat tussen de AAN en
Knippert oranje
UIT positie. De foto kan niet worden
(Traag)
genomen.
Lens- of geheugenfout (geheugen-
Knippert rood
kaart vol of niet geformatteerd, format-
teerfout of andere geheugenfout).
2 Waarschuwingen
Op het LCD-scherm verschijnen gedetailleerde waar-
schuwingen. Zie de pagina's 128 voor meer informatie.
Foto's nemen
Status van de camera
Status van de camera
25