Het gebruik van de SCANNER toets om het scannen te beginnen.
• Het scannen is tijdens een kopieerproces niet mogelijk.
• Als de SCANNER (
scanjob opges.
Opmerking
• Wanneer u een origineel scant dat in de SPF/RSPF kan er slechts een
origineel worden geplaatst behalve wanneer u Sharpdesk.
1
Druk op de SCANNER (
toets.
Het apparaat gaat in de scanfuntie.
2
Plaats het origineel dat u wilt scannen op de glasplaat/SPF/RSPF.
Voor de procedure voor het plaatsen van het origineel, zie "HET
PLAATSEN VAN DE ORIGINELEN" (P.47).
3
Druk op de rechter kopieehoeveelheid
toets om het nummer van de applicatie
weer te geven die u voor het scannen wilt
gebruiken.
De applicatienummers luiden als volgt.
Applicatienummer
SC1
SC2
SC3
SC4
SC5
SC6
On de instellingen te controleren, zie "Dialoogbox voor de scanparameter-
instellingen" (P.37) en open vervolgens het instelvenster van de
Toetsmanager .
) toets wordt ingedrukt tijdens het printen, wordt de
)
Applicatie gelanceerd
Sharpdesk (full color) (indien geïnstalleerd)
Sharpdesk (monochroom) (indien geïnstalleerd)
E-mail (uw standaard e-mail programma in het
door u gebruikte Windows OS)
Fax (indien er een faxprogramma geïnstalleerd is)
OCR (indien er een OCR programma
geïnstalleerd is)
Microsoft Word (indien geïnstalleerd)
4
39