i
Draaien-label
j
Werkingssignaal
OPMERKING
De bedieningsoutput P1/P2 van de buitenunit moet worden
aangesloten op alle elektromagnetische kleppen die
stroomopwaarts
van
binnenunit zijn geïnstalleerd. Deze aansluiting is vereist
omdat de buitenunit de elektromagnetische kleppen moet
kunnen regelen bij het opstarten (om te voorkomen dat er
vloeibaar koelmiddel in de compressor terechtkomt) en bij
het terugstromen van olie.
OPMERKING
Schakelaar bediening op afstand. De unit is in de fabriek
uitgerust met een bedrijfsschakelaar waarmee de unit
AAN/UIT kan worden geschakeld. Om de buitenunit op
afstand AAN/UIT te schakelen is een schakelaar voor
bediening op afstand vereist. Gebruik een spanningsloos
contact voor microstroom (≤1 mA, 12 V DC). Sluit aan op
X2M/C+D, en stel in op "Remote ".
OPMERKING
Schakelaar geluidsarm. Als u de geluidsarme stand op
afstand IN/UIT wilt schakelen (zie instelling [2‑18]), dan
moet
een
schakelaar
geïnstalleerd. Gebruik een spanningsloos contact voor
microstroom (≤1 mA, 12 V DC). Sluit aan op X2M/A+B.
OPMERKING
Outputsignalen. De buitenunit is voorzien van een klem
(X3M) die 4 verschillende signalen kan genereren. Het
signaal is 220~240 V AC. De maximale belasting voor alle
signalen is 0,5 A. De unit output een signaal in de
volgende gevallen:
▪ C/C1: voorzichtig-signaal – aansluiting aanbevolen –
wanneer zich een fout voordoet die de werking van de
unit niet stillegt.
▪ C/W1:
waarschuwing-signaal
aanbevolen – wanneer zich een fout voordoet die de
werking van de unit stillegt.
▪ R/P2: draaien-signaal – aansluiting optioneel –
wanneer de compressor draait.
▪ P1/P2:
bedrijf-signaal
wanneer de elektromagnetische klep van de binnenunit
wordt gestuurd.
OPMERKING
▪ De lokale bedrading mag niet in contact komen met de
interne leidingen om te voorkomen dat de bedrading
beschadigd wordt door hete leidingen.
▪ Sluit het deksel stevig en schik de elektrische draden
zodanig dat het deksel of andere onderdelen niet
loskomen.
6.8.3
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten
van elektrische bedrading
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Alle lokale bedrading en componenten MOETEN worden
geïnstalleerd door een erkend elektricien en MOETEN
voldoen aan de geldende wetgeving.
LRMEQ+LRLEQ3+4BY1
Condensatie-unit met luchtgekoelde koeling
4P500362-1A – 2018.09
de
expansiekleppen
van
de
geluidsarme
werking
worden
–
aansluiting
–
aansluiting
verplicht
WAARSCHUWING
In de vaste bedrading moet een hoofdschakelaar of een
ander middel om uit te schakelen worden voorzien als dit
nog NIET in de fabriek werd voorzien; deze schakelaar
MOET worden geïnstalleerd in de vaste bedrading en dient
het contact van alle polen volledig te verbreken en te
voldoen aan de vereisten van de overspanning-categorie-
III-specificatie wanneer hij open staat.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik ALLEEN koperdraden.
▪ Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende
wetgeving.
▪ Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het
product
meegeleverd
uitgevoerd.
▪ Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer
of ze NIET met leidingen of scherpe randen in contact
(kunnen) komen. Zorg dat er geen externe druk wordt
uitgeoefend op de klemaansluitingen.
▪ Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de unit NIET
via een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de
aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan
een elektrische schok veroorzaken.
▪ Gebruik hiervoor een aparte voedingskring. Gebruik
NOOIT een elektrische voeding die met een ander
toestel gedeeld wordt.
▪ Installeer
stroomonderbrekers.
▪ Plaats zeker een aardlekschakelaar. Anders bestaat
het gevaar dat iemand een elektrische schok krijgt of
dat er brand ontstaat.
▪ Wanneer u de aardlekbeveiliging plaatst, controleer of
deze met de inverter compatibel is (bestand tegen
hoogfrequente
aardlekbeveiliging zich niet onnodig opent.
WAARSCHUWING
▪ Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle
elektrische onderdelen en aansluitklemmen in de
elektriciteitskast veilig zijn aangesloten.
–
▪ Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit
aan te zetten.
OPMERKING
Zet de unit NIET aan vooraleer de koelmiddelleiding
voltooid is. Als de unit in bedrijf wordt gesteld voordat de
leidingen gereed zijn, dan zal de compressor stukgaan.
OPMERKING
Bij een ontbrekende of verkeerde N-fase in de voeding, zal
het systeem niet werken.
OPMERKING
Installeer
GEEN
deze
unit
fasecompensatiecondensator vermindert de prestaties en
kan ongevallen veroorzaken.
OPMERKING
Verwijder NOOIT een thermistor, sensor, enz. wanneer u
de voedingsbedrading en transmissiebedrading aansluit.
(Als u de unit zonder thermistor, sensor, enz. gebruikt, kan
de compressor defect raken.)
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
6 Installatie
bedradingsschema
zeker
de
vereiste
zekeringen
elektrische
ruis),
zodat
fasecompensatiecondensator,
een
inverter
bevat.
worden
of
de
omdat
Een
27