5 Voorbereiding
1
A
B
C
D2
D1
F
E
H
2
2
3
e
f
d1
a
b
c
d2
1
Buitenunit
2
Binnenunit (toonbank)
3
Binnenunit (koelblazer)
A~F
Vloeistofleiding
a~f
Gasleiding
H
Hoogteverschil buitenunit-binnenunit
Wanneer de vereiste leidingdiameters (inch-maten) niet verkrijgbaar
zijn, mag u ook andere diameters (mm-maten) gebruiken; houd
hierbij rekening met de volgende punten:
▪ Neem de leidingdiameter die het dichtst bij de gevraagde diameter
ligt.
▪ Gebruik de gepaste adapterstukken voor de overgang van
leidingen met inch-maten naar leidingen met mm-maten (lokaal te
voorzien).
▪ Wijzig de berekening voor extra koelmiddel zoals beschreven in
"6.7.3 Bepalen hoeveel koelmiddel toegevoegd moet worden" op
pagina 24.
A/a: Leiding tussen buitenunit en leidingaftakking
Vloeistofleiding
Gasleiding
(a)
Dezelfde diameter als die van de aansluiting op de
buitenunit.
(b)
Gebruik de accessoireleiding om de diameter van de
afsluiter van de buitenunit (Ø15,9 mm) aan te passen aan
die van de lokale leiding (Ø19,1 mm).
B+C/b+c: Leiding tussen leidingaftakking
Kijk voor de diameter van de leidingen naar de totale capaciteit van
de stroomafwaarts aangesloten binnenunits.
LRMEQ3+4
Capaciteit
Vloeistofleiding
<4,0 kW
4,0≤x<8,4 kW
Gasleiding
<1,0 kW
1,0≤x<6,0 kW
6,0≤x<8,4 kW
(a)
Voor koelvitrines wordt de capaciteit berekend bij een
verdampingstemperatuur van –10°C. Voor koelblazers
wordt de capaciteit berekend bij een temperatuurverschil (=
verdampingstemperatuur – kamertemperatuur) van 10°C.
LRLEQ3+4
Capaciteit
Vloeistofleiding
Gasleiding
<2,3 kW
2,3≤x<3,62 kW
(a)
Voor koelvitrines wordt de capaciteit berekend bij een
verdampingstemperatuur van –35°C. Voor koelblazers
wordt de capaciteit berekend bij een temperatuurverschil (=
verdampingstemperatuur – kamertemperatuur) van 10°C.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
14
3
(a)
Ø9,5 mm
(b)
Ø19,1 mm
(a)
Buitendiameter
leiding
Ø6,4 mm
Ø9,5 mm
Ø9,5 mm
Ø12,7 mm
Ø15,9 mm
(a)
Buitendiameter
leiding
—
Ø6,4 mm
Ø12,7 mm
Ø15,9 mm
D~F/d~f: Leiding tussen leidingaftakking en
binnenunit
Gebruik dezelfde diameters als die van de aansluitingen (vloeistof,
gas) op de binnenunits.
OPMERKING
Als op de buitenunit slechts 1 binnenunit is aangesloten,
en de aansluitingen op de buitenunit verschillen van die op
de binnenunit, gebruik dan dezelfde leidingdiameter als de
aansluitingen op de buitenunit en installeer de gepaste
adapters zo dicht mogelijk bij de binnenunit.
5.3.5
Koelmiddelaftaksets selecteren
Bij aftakkingen van koelmiddelleidingen mogen T-verbindingen, Y-
verbindingen,
refnet-verbindingen
gebruikt. U kunt een optiekit voor koelmiddelaftakkingen gebruiken
uit de onderstaande tabel.
Beschrijving
(a)
Refnet-verdeler
(b)
Refnet-verbinding
(a)
Sluit GEEN 2 of meer verdelers in serie aan. Kies voor de
gaszijde een refnet-verdeler waarvan de diameter gelijk is
aan de diameter van de hoofdleiding of één maat groter is
dan de diameter van de hoofdleiding.
(b)
Kies een refnet-verbinding waarvan diameter gelijk is aan
die van de inkomende en uitgaande leidingen. Zie
"5.3.3 Materiaal koelmiddelleidingen" op pagina 13
"5.3.4 Leidingmaat selecteren" op pagina 13
informatie.
INFORMATIE
Op een verdeler kunnen maximum 8 aftakkingen worden
aangesloten.
5.3.6
Lengte koelmiddelleiding en
hoogteverschil
De leidinglengten en hoogteverschillen moeten voldoen aan de
volgende vereisten.
(zie voorbeeld in
"5.3.4 Leidingmaat selecteren" op
Vereiste
Maximale reële leidinglengte
▪ Voorbeeld: a+b+c+d2≤Limiet
Maximale totale leidinglengte
▪ Voorbeeld: a+b+c+d1+d2+e+f≤Limiet
Maximale lengte eerste aftakkit-
binnenunit
▪ Voorbeeld: b+c+d2≤Limiet
Maximaal
Buitenunit hoger dan
hoogteverschil
binnenunit
buitenunit-
▪ Voorbeeld:
binnenunit
H≤Limiet
Buitenunit lager dan
binnenunit
Maximaal hoogteverschil binnenunit-
binnenunit
Condensatie-unit met luchtgekoelde koeling
en
refnet-verdelers
worden
Modelnaam
KHRQ22M29H
KHRQ22M20T
KHRQ22M29T9
en
voor meer
pagina 13)
Limiet
50 m
80 m
30 m
20 m
10 m
5 m
LRMEQ+LRLEQ3+4BY1
4P500362-1A – 2018.09