A
B
C
D
F1 F2
OPMERKING
Schakelaar geluidsarm. Als u de geluidsarme stand op
afstand IN/UIT wilt schakelen (zie instelling [2‑18]), dan
moet
een
schakelaar
geïnstalleerd. Gebruik een spanningsloos contact voor
microstroom (≤1 mA, 12 V DC). Sluit aan op X2M/A+B.
5 Sluit de transmissiebedrading als volgt aan als u de modbus-
communicatiekast wilt aansluiten:
A
B
C
D
F1 F2
6 Sluit de bedrading als volgt aan op de klem van de
outputsignalen (X3M):
C
C1
W1 R
P1 P2
a
b
c
a
Voorzichtig-label
b
Waarschuwingslabel
c
Draaien-label
d
Werkingssignaal
▪ Let op de volgende richtlijnen:
Outputsignaal
Voorzichtig- en
Waarschuwingssignaal
Draaien-signaal
Bedrijfssignaal
VOORZICHTIG
Bij het aansluiten van de voedingskabel moet de aarding
vóór de stroomvoerende draden worden aangesloten. Bij
het
losmaken
van
stroomvoerende
draden
losgemaakt. De lengte van de geleiders tussen de
trekontlasting van de voedingskabel en de klemmenstrook
moet zodanig zijn dat de stroomvoerende geleiders strak
zitten vóór de aardingsgeleider voor het geval dat de
voedingskabel wordt losgetrokken van de trekontlasting.
LRMEQ3+4BY1
Condensatie-unit met luchtgekoelde koeling
4P500362-1 – 2018.04
X2M
geluidsarme
werking
worden
X2M
d
Richtlijn
Aansluiting aanbevolen
wanneer systeemstoringen
waarschijnlijk zijn.
Aansluiting optioneel.
Aansluiting verplicht.
Sluit het bedrijfssignaal aan
op de elektromagnetische
kleppen die stroomopwaarts
van de expansiekleppen van
de binnenunit zijn
geïnstalleerd. De buitenunit
regelt het openen van de
elektromagnetische klep:
▪ Tijdens het opstarten, om
te
voorkomen
dat
vloeibaar koelmiddel in de
compressor terechtkomt.
▪ Tijdens het terugstromen
van olie.
Zie
"6.8.2 Lokale bedrading:
Overzicht" op pagina 26
voor
meer informatie.
de
voedingskabel
moeten
vóór
de
aarding
worden
OPMERKING
Sluit de voeding nooit aan op klemmenblok X2M of X3M.
Anders kan het hele systeem onklaar raken.
OPMERKING
Outputsignalen. De buitenunit is voorzien van een klem
(X3M) die 4 verschillende signalen kan genereren. Het
signaal is 220~240 V AC. De maximale belasting voor alle
signalen is 0,5 A. De unit output een signaal in de
volgende gevallen:
▪ C/C1: voorzichtig-signaal – aansluiting aanbevolen –
wanneer zich een fout voordoet die de werking van de
unit niet stillegt.
▪ C/W1:
aanbevolen – wanneer zich een fout voordoet die de
werking van de unit stillegt.
▪ R/P2: draaien-signaal – aansluiting optioneel –
wanneer de compressor draait.
▪ P1/P2:
bedrijf-signaal
wanneer de elektromagnetische klep van de binnenunit
wordt gestuurd.
7 Sluit de voeding als volgt aan:
L1 L2 L3
a
b
c
L1 L2 L3
a
Aardlekschakelaar
b
Zekering
c
Voedingskabel
OPMERKING
Houd
de
onderhoudsafsluiter en de leidingen. De klep en de
leidingen kunnen heel warm worden en de kabels
beschadigen.
8 Maak de kabels vast met kabelbinders.
er
de
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
6 Installatie
waarschuwing-signaal
–
–
aansluiting
3N~ 50 Hz
380-415 V
X1M
N
kabels
uit
de
buurt
van
aansluiting
verplicht
–
de
linker
29