Model
Minimum
circuitampère
LRMEQ3
6,5 A
LRMEQ4
9,1 A
Schakelaar bediening op afstand, schakelaar geluidsarme
werking en bedrading outputsignalen
OPMERKING
Schakelaar bediening op afstand. De unit is in de fabriek
uitgerust met een bedrijfsschakelaar waarmee de unit
AAN/UIT kan worden geschakeld. Om de buitenunit op
afstand AAN/UIT te schakelen is een schakelaar voor
bediening op afstand vereist. Gebruik een spanningsloos
contact voor microstroom (≤1 mA, 12 V DC). Sluit aan op
X2M/C+D, en stel in op "Remote ".
De bedrijfsschakelaar zit in de schakelkast (zie afbeelding
hieronder).
De volgende drie standen zijn mogelijk voor de bedrijfsschakelaar:
Instelling
Functie
bedrijfsschakelaar
OFF
Unit werking UIT
ON
Unit werking AAN
Remote
Unit gestuurd (AAN/UIT) met schakelaar
bediening op afstand
OPMERKING
Schakelaar geluidsarm. Als u de geluidsarme stand op
afstand IN/UIT wilt schakelen (zie instelling [2‑18]), dan
moet
een
schakelaar
geïnstalleerd. Gebruik een spanningsloos contact voor
microstroom (≤1 mA, 12 V DC). Sluit aan op X2M/A+B.
OPMERKING
Outputsignalen. De buitenunit is voorzien van een klem
(X3M) die 4 verschillende signalen kan genereren. Het
signaal is 220~240 V AC. De maximale belasting voor alle
signalen is 0,5 A. De unit output een signaal in de
volgende gevallen:
▪ C/C1: voorzichtig-signaal – aansluiting aanbevolen –
wanneer zich een fout voordoet die de werking van de
unit niet stillegt.
▪ C/W1:
waarschuwing-signaal
aanbevolen – wanneer zich een fout voordoet die de
werking van de unit stillegt.
▪ R/P2: draaien-signaal – aansluiting optioneel –
wanneer de compressor draait.
▪ P1/P2:
bedrijf-signaal
wanneer de elektromagnetische klep van de binnenunit
wordt gestuurd.
Bedrading
Maximale kabellengte
LRMEQ3+4BY1
Condensatie-unit met luchtgekoelde koeling
4P500362-1 – 2018.04
Aanbevolen
Elektrische
zekeringen
voeding
16 A
3N~ 50 Hz
380-415 V
OFF
geluidsarme
werking
worden
–
aansluiting
–
aansluiting
verplicht
–
Ommantelde kabel (2 draden)
Plastic snoeren
0,75~1,25 mm²
130 m
6
Installatie
6.1
Overzicht: Installatie
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u ter plaatse moet doen en
weten om het systeem te installeren.
Typische werkstroom
Een typische installatie bestaat uit de volgende stappen:
▪ De buitenunit monteren.
▪ De binnenunits monteren.
▪ De koelmiddelleiding aansluiten.
▪ De koelmiddelleiding controleren.
▪ Koelmiddel bijvullen.
▪ De elektrische bedrading aansluiten.
▪ De installatie van de buitenunit voltooien.
▪ De installatie van de binnenunit voltooien.
INFORMATIE
Voor de installatie van de binnenunit (binnenunit monteren,
koelmiddelleiding aansluiten op de binnenunit, elektrische
bedrading aansluiten op de binnenunit ...), zie de
montagehandleiding van de binnenunit.
6.2
De units openen
6.2.1
Over het openen van de units
Soms moet u de unit openen. Voorbeeld:
▪ Bij het aansluiten van de koelmiddelleidingen
▪ Wanneer u de elektrische bedrading moet aansluiten
▪ Wanneer u onderhoudswerkzaamheden op de unit moet uitvoeren
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het
servicedeksel verwijderd is.
6.2.2
De buitenunit openen
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
2
1
1×
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
6 Installatie
15