Het maaimes inschakelen
Als u de motor start, mag het mes niet draaien. U moet
het maaimes in werking stellen.
1. Zet de vergrendeling van de bedieningsstang naar
achteren (Figuur 23).
2. Zet de bedieningsstang van het maaimes tegen de
handgreep (Figuur 24).
1. Bedieningsstang voor maaimes
3. Houd de bedieningsstang van het maaimes tegen de
handgreep (Figuur 25).
Figuur 23
Figuur 24
Figuur 25
Het maaimes uitschakelen
Laat de bedieningsstang van het maaimes los (Figuur 26).
Belangrijk: Als u de bedieningsstang loslaat, moet
het mes binnen 3 seconden tot stilstand komen.
Als dit niet gebeurt, mag u de machine niet verder
gebruiken en moet u contact opnemen met een
erkende Service Dealer.
Mesremkoppeling controleren
Controleer de bedieningsstang voor elk gebruik om
ervoor te zorgen dat de mesremkoppeling naar behoren
werkt.
De grasvanger gebruiken
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
U kunt met behulp van de grasvanger een
aanvullende test uitvoeren om het mechanisme van de
mesremkoppeling te controleren.
1. Plaats de lege grasvanger op de maaimachine.
2. Start de motor.
3. Schakel het maaimes in.
Opmerking: De grasvanger moet gaan opzwellen.
Dit betekent dat het mes is ingeschakeld en draait.
4. Laat de bedieningsstang van het maaimes los.
Opmerking: Als het volume van de grasvanger
niet onmiddellijk kleiner wordt, draait het mes nog
steeds. Dit kan erop duiden dat de mesremkoppeling
gebreken heeft. Als u hierop geen acht slaat, kan
dit ertoe leiden dat u de machine niet veilig kun
gebruiken. Neem contact op met een Erkende
Service Dealer om uw maaimachine te laten
inspecteren en repareren.
5. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
12
Figuur 26