16
Interroll DriveControl 20 / DriveControl 54
Montage en installatie
Waarschuwingen voor de montage
Ondeskundige montage kan tot het uitvallen of een kortere levensduur van de DriveControl
leiden.
4 Laat de DriveControl niet vallen en gebruik deze uitsluitend reglementair om interne
apparaatschade te voorkomen.
4 Controleer elke DriveControl vóór de montage op zichtbare beschadigingen.
Waarschuwingen voor de elektrische installatie
Een ondeskundige elektrische installatie kan tot beschadiging van de DriveControl leiden.
4 De aansluiting op de netspanning alleen door bevoegde vakkrachten laten uitvoeren.
4 Schakel de DriveControl vóór het installeren, verwijderen of bedraden spanningsvrij.
4 Ervoor zorgen dat geen gevaarlijke spanningen op de aansluitingen of de behuizing kunnen
komen te staan, ook niet in geval van fouten.
4 Gebruik de RollerDrive resp. de DriveControl nooit met wisselstroom omdat dit tot
onherstelbare schade aan het apparaat leidt.
4 Massa-aansluiting c.q. massaleiding niet als aardingsdraad (PE) gebruiken.
4 Motorstekker niet blootstellen aan hoge trek- of drukbelasting. Bij het buigen van de kabels
op de stekker kan de isolatie van de kabels beschadigd raken en de DriveControl of de
RollerDrive kunnen uitvallen.
4 Zorg ervoor dat bestaande elektrische installaties geen storende invloeden op de
DriveControl of RollerDrive hebben.
4 Gebruik alleen kabels die voor de concrete gebruiksomstandigheden voldoende
gedimensioneerd zijn.
4 Controleer of de stroombelasting per afzonderlijke klem resp. klemmenblok 10 A niet
overschrijdt.
4 Controleer of de schakelvoeding die de DriveControl verzorgt, een nominale gelijkspanning
van 24 V met een maximale afwijking van ±8 % levert.
4 Controleer of de RollerDrive, de DriveControl en de spanningsbron zo met het
transportframe of de steunconstructie verbonden zijn dat deze correct geaard zijn. Een
ondeskundige aarding kan leiden tot statische lading, wat weer storing of voortijdige uitval
van de motor of de DriveControl tot gevolg kan hebben.
4 Gebruik alleen de vermelde contrastekkers (zie "Ingangen en uitgangen", Pagina 19) en
meegeleverde hulpgereedschappen.
4 Schakel de bedrijfsspanning pas in als alle leidingen zijn aangesloten.
Versie 2.1 (06/2014) nl
Vertaling van de originele gebruiksaanwijzing