e_kb442.book Page 50 Tuesday, February 12, 2008 11:13 AM
Het objectief bevestigen
50
Alle belichtingsfuncties van de camera zijn beschikbaar wanneer u gebruik
maakt van DA-, D FA-, FA J-objectieven of andere objectieven met een
diafragmastand s (Auto). Sommige functies zijn beperkt wanneer u het
objectief niet instelt op s. Zie ook "Opmerkingen over [36. Gebruik diafr. ring]"
(p.251). Andere objectieven en accessoires zijn niet beschikbaar bij de
standaard fabrieksinstellingen. Om ontspannen toch mogelijk te maken bij
2
gebruik van een objectief of accessoire dat hierboven niet wordt genoemd,
stelt u [36. Gebruik diafr. ring] in in het menu [A Pers.instelling]. (p.75)
Zet de camera uit alvorens het objectief te bevestigen of te verwijderen
om onverwachte bewegingen van het objectief te voorkomen.
1
Controleer of de camera is uitgezet.
2
Verwijder de bodydop (1) en de
achterlensdop van het objectief
(2).
Zet een los objectief altijd met de vatting
omhoog neer om beschadiging van
de objectiefvatting te voorkomen.
3
Zorg dat de richttekens (de rode
puntjes) op de camera en het
objectief tegenover elkaar
liggen. Draai vervolgens het
objectief met de klok mee tot
het vastklikt.
Draai het objectief, nadat u het op de
body hebt bevestigd, tegen de klok in
om te controleren of u het objectief goed
hebt gemonteerd.