Voor optimale prestaties kunt u het apparaat het beste zo nu en dan uitschakelen en de batterij verwijderen.
•
Houd het apparaat uit de buurt van magneten en magneetvelden.
•
Om ervoor te zorgen dat uw belangrijke gegevens veilig zijn opgeborgen, moet u deze op minstens twee afzonderlijke
•
plaatsen bewaren, bijvoorbeeld op uw apparaat, geheugenkaart of computer, of belangrijke informatie noteren.
Recycling
Breng uw gebruikte elektronische producten, batterijen en verpakkingsmateriaal altijd terug naar hiervoor geëigende
verzamelpunten. Op deze manier helpt u het ongecontroleerd weggooien van afval tegen te gaan en bevordert u het hergebruik
van materialen. Voor milieu-informatie en het recyclen van uw Nokia-producten kijkt u op www.nokia.com/werecycle of voor
een mobiel apparaat op nokia.mobi/werecycle.
Symbool van een doorgestreepte container
Het symbool van de doorgestreepte container op uw product, in de documentatie of op de verpakking wil zeggen dat alle
elektrische en elektronische producten, batterijen en accu's na afloop van de levensduur voor gescheiden afvalverzameling
moeten worden aangeboden. Dit geldt voor de Europese Unie. Bied deze producten niet aan bij het gewone huisvuil. Raadpleeg
www.nokia.com/ecodeclaration voor meer informatie over de milieu-aspecten van uw apparaat.
Batterijen en opladers
Informatie over de batterij en de lader
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een oplaadbare BL-5J -batterij. Nokia kan eventueel ook andere batterijmodellen voor
dit apparaat beschikbaar stellen. Gebruik altijd originele Nokia-batterijen.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een van de volgende laders: AC-3 . Het exacte modelnummer van de lader is afhankelijk
van het type stekker. Het stekkertype wordt aangeduid met een van de volgende codes: E, X, AR, U, A, C, K, of B.
De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de
gespreksduur en stand-byduur aanmerkelijk korter zijn dan normaal, moet u de batterij vervangen.
Veiligheid van de batterij
Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert. Wanneer u een lader of accessoire
loskoppelt, moet u aan de stekker trekken, niet aan het snoer.
Wanneer u de lader niet gebruikt, moet u deze loskoppelen van het stopcontact en het apparaat. Houd een volledig opgeladen
batterij niet gekoppeld aan de lader, omdat de levensduur van de batterij kan afnemen wanneer deze wordt overladen. Als
een volledig opgeladen batterij niet wordt gebruikt, wordt deze na verloop van tijd automatisch ontladen.
Bewaar de batterij altijd op een temperatuur tussen 15°C en 25°C. Bij extreme temperaturen nemen de capaciteit en levensduur
van de batterij af. Een apparaat met een warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn.
Onopzettelijke kortsluiting kan optreden wanneer een metalen voorwerp in aanraking komt met de metalen strips op de
batterij, bijvoorbeeld als u een reservebatterij in uw zak hebt. Kortsluiting kan schade veroorzaken aan de batterij of aan het
voorwerp waarop deze is aangesloten.
Gooi batterijen niet in het vuur. De batterijen kunnen dan ontploffen. Verwerk batterijen in overeenstemming met de lokale
regelgeving. Lever batterijen indien mogelijk in voor recycling. Gooi batterijen niet weg met het huishoudafval.
U mag nooit geheugencellen of batterijen ontmantelen, erin snijden of ze openen, platdrukken, verbuigen, doorboren of slopen.
Als een batterij lekt, mag u de vloeistof niet in aanraking laten komen met de huid of ogen. Als dat toch gebeurt, moet u
onmiddellijk uw huid en ogen met water afspoelen of medische hulp zoeken.
Product- en veiligheidsinformatie
17