Tracties
Het besturen van locomotieven in tracties is alleen mogelijk indien aan de decoders hetzelfde
aantal rijstappen wordt toegekend. Tracties met voertuigdecoders met verschillende
gegevensformaten zijn mogelijk. Mogelijke combinaties:
DCC- en Motorola-decoders met 14 snelheidsstappen
DCC-decoders met 28 snelheidsstappen en Motorola-decoders met 27 snelheidsstappen
DCC-decoders met 128 snelheidsstappen en mfx-decoders met 126 snelheidsstappen
Als u tracties van locomotieven met verschillende rijrichtingen vormt, kunt u de rijrichting voor
één locomotief omkeren. In bedrijf zal deze locomotief dan achteruit rijden als hij vooruit rijdt
(of omgekeerd).
Tracties reageren samen onder alle decoderadressen van de tractie op rijcommando's en het
commando om van richting te veranderen. Om de functies om te schakelen, moet de
locomotief worden opgeroepen onder het betreffende adres.
Verdere instellingen in het menu-item "Voertuigen
Purging: U kunt instellen dat decoders die binnen de ingestelde tijd (1 tot 20 minuten)
geen nieuwe rij- of schakelcommando's hebben ontvangen, uit de refresh worden
verwijderd.
Lnet Dispatch: LocoNet handregelaars worden gebruikt om een specifiek voertuig te
besturen. Als u zo'n handregelaar hebt aangesloten op de LNet interface van uw mc², wijs
hem dan hier "zijn" decoderadres toe.
5.3. Accessoires
Beheer van extra decoders
In dit menu-item stelt u in hoe uw accessory decoders standaard moeten worden
aangestuurd:
standaard formaat
minimum en maximum schakeltijd
aantal herhalingen van commando's van de hulpdecoder
U kunt ook de decoders specificeren waarvoor uitzonderingen op het standaardformaat
moeten gelden.
Tip: Het invoerveld "Opmerkingen" is bedoeld voor uw opmerkingen over de extra decoders.
U kunt vrije teksten invoeren en deze opslaan in externe bestanden of teksten laden uit
externe bestanden.
5.4 | Configuratie van het systeem (Submenu "Systeem")