3.5. Boosters
Geïntegreerde booster
In de mc² is een booster geïntegreerd, die maximaal 6,5 A stroom kan leveren. Deze stroom is
gewoonlijk voldoende voor de werking van modelspoorbanen van alle nominale grootten.
Afhankelijk van de nominale grootte moet de maximale uitgangsstroom worden begrensd.
Kortsluitingsgevoeligheid: 1 - 6,5 A. Hij kan in stappen van 0,5 A worden aangepast aan de
nominale grootte van de baan.
Baanspanning: 8 - 22 V. Hij kan worden ingesteld in stappen van 1 V.
Baansignaal: symmetrisch
RailCom-uitschakeling: kan worden uitgeschakeld
De statusmeldingen van de geïntegreerde booster worden via BiDiB aan de besturingssoftware
doorgegeven. Zij zijn dan beschikbaar als basis voor booster management.
Externe boosters
Wanneer één booster bereik niet voldoende is voor de werking van de modelbaan, of wanneer
de signalen voor voertuig- en toebehoor decoders afzonderlijk moeten worden uitgevoerd,
kunnen extra externe boosters worden aangesloten. Er kunnen zowel Märklin-compatibele
boosters als DCC-compatibele boosters worden gebruikt.
Het gebruik van verschillende booster types voor afzonderlijke delen van de modelbaan of
afzonderlijk voor de taken "rijden" en "schakelen" is in principe mogelijk.
BiDiB boosters
Boosters volgens de BiDiB-specificatie kunnen rechtstreeks op de BiDiB-interface worden
aangesloten.
Loconet boosters
Boosters voor gebruik in LocoNet kunnen niet aangesloten worden op de LocoNet interface
van de mc², aangezien deze ontworpen is als een LocoNet T(ool) interface - en niet als een
Loconet B(ooster) interface. Op de LocoNet interface van de mc² worden geen booster
signalen verzonden. LocoNet boosters moeten dus aangesloten worden op één van de twee
interfaces voor externe boosters.
Youw mc² | 3.7