Inhoudsopgave
Advertenties
▪ Wijs aan elke BS-unit een ander adres toe.
▪ Gebruik adreswaarden die NERGENS anders in het systeem
worden gebruikt (bijv. binnenunits).
▪ Het adres 00 mag niet worden gebruikt. De supervisor-
afstandsbediening geeft geen fouten weer van BS-units met adres
00.
Deze instelling moet alleen op de uiterst linkse hoofdprintplaat (A1P)
van de BS-unit worden uitgevoerd.
[2-8]
00~FF (adres in
Adres voor supervisor-afstandsbediening
hexadecimaal
formaat)
Voorbeeld
A1P
A2P
A3P
d
e
e
e
A1P
A2P
A1P
a
e
b
e
c
e
A1P
Hoofdprintplaat 1
A2P
Hoofdprintplaat 2
A3P
Hoofdprintplaat 3
a
Buitenunit
b
BS8A-unit
c
BS4A-unit
d
BS12A-unit
e
Adreswaarde voor supervisor-afstandsbediening
toegewezen aan hoofdprintplaat
Transmissiebedrading
In onderstaande tabel vindt u een voorbeeld van toegewezen
adreswaarden:
BS unit
Hoofdprintplaat
BS12A
A1P
A2P
A3P
BS8A
A1P
A2P
BS4A
A1P
[2-9]
Instelling om een adreswaarde toe te wijzen aan de BS-unit voor
afhandelen van storingen. Wijs hetzelfde adres toe aan de
hoofdprintplaten (A1P, A2P en A3P) van eenzelfde BS-unit, en een
ander adres aan andere BS-units.
OPMERKING
Instelling [2-9] is verplicht voor alle BS-units en moet op
alle hoofdprintplaten (A1P, A2P en A3P) van de BS-unit
worden uitgevoerd.
[2-9]
0 (standaard)~15
Adres voor afhandelen storingen
Voorbeeld
A1P
A2P
A3P
d
e
e
e
A1P
A2P
A1P
a
e
b
e
c
e
A1P
Hoofdprintplaat 1
A2P
Hoofdprintplaat 2
BS4~12A14AJV1B
VRV 5 aftakkeuze-unit
4P670163-1 – 2022.02
Beschrijving
Adreswaarde (e)
01
0
0
02
0
03
Beschrijving
A3P
Hoofdprintplaat 3
a
Buitenunit
b
BS8A-unit
c
BS4A-unit
d
BS12A-unit
e
Adreswaarde voor afhandelen storingen toegewezen aan
hoofdprintplaat
Transmissiebedrading
In onderstaande tabel vindt u een voorbeeld van toegewezen
adreswaarden:
BS unit
Hoofdprintplaat
BS12A
A1P
A2P
A3P
BS8A
A1P
A2P
BS4A
A1P
[2-10]
Instelling om de output extern alarm tijdens het proefdraaien van de
BS-unit te activeren of te deactiveren.
Deze instellling wordt alleen gebruikt bij het proefdraaien van de BS-
unit wanneer een geventileerde omkasting wordt gebruikt als
veiligheidsmaatregel van de BS-unit en een extern alarm als extra
maatregel is toegevoegd. Tijdens het proefdraaien van de BS-unit,
wat wordt begonnen door instelling [2-3] op "1" in te stellen, zijn
zowel de externe ventilator als het externe alarm actief. Stel
instelling [2-10] in op "1" om het externe alarm te deactiveren tijdens
de metingen van het luchtdebiet.
Zodra het proefdraaien van de BS-unit voltooid is ([2-3] veranderd in
"0"), keert instelling [2-10] automatisch terug de standaardwaarde
"0".
Deze instelling moet alleen op de uiterst linkse hoofdprintplaat (A1P)
van de BS-unit worden uitgevoerd.
[2-10]
Output extern alarm geforceerd UIT
0 (standaard)
1
17
Inbedrijfstelling
VOORZICHTIG
Zie
"2
Specifieke
installateur" [ 4 6] om te controleren of de inbedrijfstelling
voldoet aan alle veiligheidsvoorschriften.
OPMERKING
Algemene controlelijst inbedrijfstelling. Behalve de
instructies voor de inbedrijfstelling in dit hoofdstuk, staat er
ook een algemene controlelijst voor de inbedrijfstelling op
het Daikin Business Portal (aanmelden vereist).
Deze algemene controlelijst voor de inbedrijfstelling is een
aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden
gebruikt als leidraad en sjabloon voor rapportage bij de
inbedrijfstelling en de overdracht aan de gebruiker.
17.1
Proefdraaien BS-unit
17.1.1
Over proefdraaien van de BS-unit
Het proefdraaien van de BS-unit moet worden uitgevoerd op alle BS-
units in het systeem, en dit voorafgaand aan het proefdraaien van de
buitenunit. Het proefdraaien van de BS-unit moet bevestigen dat de
vereiste veiligheidsmaatregelen correct zijn geïnstalleerd. Zelfs
wanneer er geen veiligheidsmaatregelen zijn vereist, moet dit
proefdraaien van de BS-unit worden uitgevoerd en het resultaat
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
17 Inbedrijfstelling
Adreswaarde (e)
1
2
3
Deactiveren
Activeren
veiligheidsinstructies
voor
de
39
Advertenties
Inhoudsopgave
