Inhoudsopgave
Advertenties
13 Installatie van de unit
INFORMATIE
Lees ook de volgende vereisten:
▪ Vereisten voor de serviceruimte. Zie verder in dit
hoofdstuk.
▪ Vereisten
voor
"14 Installatie van de
De veiligheidsmaatregelen verschillen afhankelijk van de totale
hoeveelheid koelmiddel in het systeem en de vloeroppervlakte. Zie
"12.3 Vereiste veiligheidsmaatregelen
De BS-unit is uitsluitend ontworpen voor installatie binnenshuis. Let
altijd op de volgende voorwaarden.
Omgevingsconditie
Binnentemperatuur
Binnenvochtigheid
Installeer de unit NIET op de volgende plaatsen:
▪ Plaatsen met nevels van mineraalolie, oliespray of dampen in de
lucht. Plastic onderdelen kunnen worden aangetast en van het
toestel vallen of waterlekken veroorzaken.
▪ In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen.
▪ In voertuigen of schepen.
Het is NIET aangewezen de unit op de volgende plaatsen te
installeren, omdat deze plaatsen de levensduur van de unit kunnen
verkorten:
▪ Plaatsen waar de spanning sterk schommelt.
▪ Waterlekken. Zorg ervoor dat ingeval van een waterlek, het water
GEEN schade kan veroorzaken aan de installatieruimte en de
omgeving.
▪ Geluid. Kies een plaats waar het geluid van de unit de mensen in
de kamer niet stoort. Om te voorkomen dat het geluid van het
koelmiddel de mensen in de kamer stoort, moet de leiding tussen
de kamer en de BS-unit minstens 5 m lang zijn. Als er geen
verlaagd plafond in de kamer is, wordt geadviseerd om
geluidsisolatie aan te brengen rond de leidingen tussen de BS-
unit en de binnenunit, of om meer lengte aan te houden tussen de
BS-unit en de binnenunit.
c
>5 m
a
a
BS-unit
b
Binnenunit
c
Geluidsisolatie (lokaal te voorzien)
▪ Afvoer. Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden
afgevoerd.
▪ Lengte afvoerleiding. Houd de afvoerleiding zo kort mogelijk.
▪ Maat afvoerleiding De leidingmaat moet gelijk aan of groter dan
de verbindingsleiding zijn (plastic buis met een nominale diameter
van 20 mm en buitendiameter van 26 mm).
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
22
de
koelmiddelleidingen.
Zie
leidingen" [ 4 29].
bepalen" [ 4 15].
Waarde
15~32°C droge bol
≤80%
a
b
b
▪ Stank. Installeer een sifon om slechte geuren te voorkomen en
ervoor te zorgen dat er geen lucht in de unit terechtkomt via de
afvoerleiding.
a
Sifon
▪ Ammoniak. Sluit de afvoerleiding niet rechtstreeks aan op
afvalwaterleidingen die naar ammoniak ruiken. De ammoniak in
de rioolbuis kan via de afvoerleidingen in de unit terechtkomen en
corrosie veroorzaken.
▪ Afvoerleidingen combineren. Afvoerleidingen kunnen worden
gecombineerd. Gebruik afvoerleidingen en T-stukken met de
juiste diameter voor de werkingscapaciteit van de units.
a
T-stuk
▪ Afstand. Let op de volgende vereisten:
d ≥ 500
c ≥ 485
b ≥ 720
291
e
A
Minimumafstand tot de vloer
a
Schakelkast
b
Ruimte voor onderhoud
c
Minimum aansluitruimte voor koelmiddelleiding afkomstig
van de buitenunit, of voor leiding afkomstig van of naar
een andere BS-unit, afvoerleiding en kanalen
d
Minimum aansluitruimte voor de koelmiddelleiding naar
de binnenunits
e
Vals plafond
f
Opening vals plafond
g
Vloeroppervlak
a
a
a
c ≥ 485
a
[mm]
≥5
(≥49.5)
a
≥100
A≥1800
f: 875
f: 450
e
g
[mm]
BS4~12A14AJV1B
VRV 5 aftakkeuze-unit
4P670163-1 – 2022.02
e
Advertenties
Inhoudsopgave
