24.Schakelaar koelen / verwarmen
*et de schakelaar op "
"
" voor verwarming.
25.Thermistor
Deze tast de kamertemperatuur af rondom de
afstandsbediening.
26.Deze toetsen worden gebruikt wanneer de
ventilatie-unit geïnstalleerd is (Dit zijn optio-
nele accessoires)
Zie de gebruiksaanwijzing van de ventilatie-
unit.
OPMERKING
• Het display in afbeelding 2 toont de mogelijke
functies. In werkelijkheid wordt uiteraard altijd
slechts één van de functies weergegeven.
• Afbeelding 1 toont de afstandsbediening met het
deksel geopend.
5. BEDIENINGSPROCEDURE
• De manier waarop het apparaat wordt bediend
hangt af van de combinatie van de buitenunit en
de afstandsbediening. Meer informatie hierover
vindt u in het hoofdstuk "Wat te doen voordat u
de unit inschakelt".
• Ter bescherming van de unit moet de hoofd-
schakelaar 6 uur voordat het systeem in bedrijf
genomen wordt, ingeschakeld worden.
• Schakel de stroomvoorziening tijdens het
gebruiksseizoen van de airconditioner niet uit
om het opstarten van de unit te vergemakkelij-
ken.
• Als de stroomtoevoer onderbroken wordt terwijl
de unit in bedrijf is, zal het systeem automatisch
opnieuw inschakelen zodra de stroomonderbre-
king opgeheven is.
5-1 KOELEN, VERWARMEN, AUTOMATISCH
BEDRIJF EN ALLEEN VENTILATOR
Druk meerdere keren op de keuzetoets voor
1
het selecteren van de functie tot de gewenste
functie is geselecteerd.
• "
" Koelen
• "
" Verwarmen
• "
" Alleen ventilator
Gebruiksaanwijzing
7
" voor koeling of op
Afb. 2
Druk op de aan/uit-toets.
2
De verklikkerlamp gaat branden en het sys-
teem wordt ingeschakeld.
• De werkingsmodus kan niet veranderd worden met
de afstandsbediening waarvan het display
"
" (omschakelen geblokkeerd) toont.
Verander de werkingsmodus met de afstandsbedie-
ning waarvan het display niet "
• Zie het hoofdstuk "Bedieningsprocedure - De
masterafstandbediening instellen" wanneer het
display "
" (omschakelen geblokkeerd)
knippert.
• Het is mogelijk dat de ventilator na het stopzet-
ten van de verwarmingsfunctie nog ongeveer
1 minuut blijft draaien om de warmte uit de bin-
nenunit te verwijderen.
• De luchtstroomsnelheid kan automatisch afge-
steld worden afhankelijk van de kamertempera-
tuur of de ventilator kan plotseling stoppen. Dit
duidt niet op een defect.
• Voor beveiliging van de unit kan het systeem de
luchtstroomsnelheid automatisch regelen.
• Het kan enige tijd duren voordat de verandering
van de luchtstroomsnelheid voltooid is.
Dit is normaal.
AFSTELLING (Zie Afb. 2)
Voor afstelling van de gewenste temperatuur,
ventilatorsnelheid en luchtstroomrichting
(alleen voor de afstandsbediening: FXC, FXF,
FXH), volgt u de onderstaande procedure.
Druk op de temperatuurinsteltoets en stel de
3
gewenste temperatuur in.
Door de toets in te drukken wordt de
ingestelde temperatuur 1°C verhoogd,
resp. verlaagd.
OPMERKING
• Stel de temperatuur in op een verant-
woorde waarde.
• In de functie 'Alleen ventilator' kan de tem-
peratuur niet worden ingesteld.
Druk de toets voor het instellen van de venti-
4
latorsnelheid in en selecteer de gewenste
snelheid.
Druk op de afsteltoets voor de luchtstroom-
5
richting.
Zie hoofdstuk "De richting van de luchtstroom
instellen" voor details.
HET SYSTEEM STOPPEN (Zie Afb. 2)
Druk nogmaals op de aan/uit-toets.
6
De verklikkerlamp dooft en het systeem wordt
uitgeschakeld.
OPMERKING
• Schakel de stroom niet direct uit nadat de
unit gestopt is.
" toont.
LRYEQ16A7Y1 + LCBKQ3AV1(E)
CONVENI-PACK
4P448940-1A – 2016.07