3. Het is niet mogelijk om om te schakelen tus-
sen KOELEN/VERWARMEN
• Wanneer in het display van een afstandsbe-
diening het pictogram "
(omschakelen geblokkeerd) wordt weerge-
geven.
Is deze afstandsbediening niet de masteraf-
standsbediening.
Zie "De als master ingestelde afstandsbedie-
ning instellen".
• Wanneer de koelen/verwarmen keuzescha-
kelaar geïnstalleerd is en het display
"
" (omschakelen geblokkeerd)
toont.
Dit is omdat de koelen/verwarmen omschake-
ling bestuurd wordt door de koelen/verwarmen
keuzeschakelaar. Vraag uw Daikin-verdeler
waar de afstandsbedieningsschakelaar is
geïnstalleerd.
4. Het is wel mogelijk om te ventileren, maar
koelen en verwarmen kunnen niet ingescha-
keld worden.
• Onmiddellijk nadat de voedingsspanning
ingeschakeld is.
De microcomputer voert een zelftest uit.
Wacht 10 minuten.
5. De ventilatorsnelheid stemt niet overeen met
de instelling.
• De ventilatorsnelheid verandert niet wan-
neer de insteltoets voor de ventilatorsnel-
heid ingedrukt wordt.
Tijdens verwarmen, wanneer de ruimtetempe-
ratuur de ingestelde temperatuur bereikt, scha-
kelt de buitenunit uit en wordt de
ventilatorsnelheid van de binnenunit sterk ver-
laagd.
Hiermee wordt voorkomen dat koude lucht
rechtstreeks op de gebruikers van de ruimte
wordt geblazen.
De ventilatorsnelheid zal niet veranderen wan-
neer een andere binnenunit bezig is met ver-
warmen, ook al wordt de toets ingedrukt.
6. Er komt witte stoom uit een unit.
<Binnenunit voor airconditioning>
• Wanneer de luchtvochtigheid hoog is tij-
dens koelen.
Wanneer de binnenkant van de binnenunit
extreem vervuild is, kan de temperatuur in een
ruimte ongelijkmatig worden. De binnenkant
van de binnenunit moet worden gereinigd.
Neem daarvoor contact op met uw Daikin-ver-
deler. Het reinigen van de binnenunit moet wor-
den uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
LRYEQ16A7Y1 + LCBKQ3AV1(E)
CONVENI-PACK
4P448940-1A – 2016.07
• Binnenunit schakelt direct na koelen uit en
de omgevingstemperatuur en luchtvochtig-
heid zijn laag.
De oorzaak hiervan is dat warm gasvormig
"
koelmiddel terugstroomt naar de binnenunit,
waardoor stoomontwikkeling ontstaat.
<Binnenunit voor airconditioning, buiten-
unit>
• Wanneer het systeem gaat verwarmen na
ontdooien.
Vocht dat is ontstaan tijdens het ontdooien
wordt stoom en wordt uitgeblazen.
7. Geluid van airconditioners.
<Binnenunit voor airconditioning>
• Wanner de unit wordt uitgeschakeld of tij-
dens koelen hoort u een continu diep, don-
ker geluid.
Dit geluid wordt veroorzaakt door de afvoer-
pomp (optioneel).
• Nadat de binnenunit is uitgeschakeld, hoort
u een laag "borrelend" geluid.
U hoort dit geluid wanneer de andere binnen-
unit wel in bedrijf is. Om te voorkomen dat er
olie en koelmiddel in het systeem achterblijft,
wordt een kleine hoeveelheid koelmiddel rond-
gepompt.
<Buitenunit, boostereenheid>
• Wanneer de toon van het werkingsgeluid
verandert.
Dit geluid wordt veroorzaakt door een veran-
dering in frequentie.
<Binnenunit voor airconditioning, buiten-
unit, boostereenheid>
• Wanneer het apparaat koelt of ontdooit,
hoort u een continu laag sissend geluid.
Dit is het geluid van gasvormig koelmiddel dat
door de binnen- en buitenunits stroomt.
• Nadat de unit is uitgeschakeld of tijdens
ontdooien hoort u gesis.
Dit geluid wordt veroorzaakt doordat het koel-
middel niet meer stroomt of dat de stroom-
richting wordt omgekeerd.
8. Er komt stof uit de unit.
• Wanneer de unit gebruikt wordt nadat hij
langere tijd stopgezet is geweest.
Dit komt omdat er stof in de unit is neergesla-
gen.
9. De units kunnen geuren afgeven.
• Tijdens bedrijf.
De unit kan de geuren van de ruimte, het
meubilair, sigaretten enz. absorberen en ver-
volgens weer afscheiden.
Gebruiksaanwijzing
12