Productinformatie
Buitentemperatuurbereiken voor lucht/water warmtepompen
Lucht/water warmtepompen gebruiken buitenlucht als warmtebron. Ze werken alleen efficiënt binnen bepaalde
buitentemperatuurbereiken, bijvoorbeeld tussen -25°C en +43°C. Als de bovengrens van de temperatuur wordt overschreden
of de ondergrens wordt bereikt, schakelen de warmtepompen tijdelijk uit. Een overeenkomstige melding verschijnt op de
warmtepompregelaar. Om de warmtevraag voor ruimteverwarming en warmwatervoorziening buiten de temperatuurgrenzen te
dekken, schakelt de warmtepompregelaar indien nodig automatisch beschikbare extra verwarmingstoestellen in - bijvoorbeeld
elektrische bijverwarming of een andere warmtebron.
Koelcyclus
Alle onderdelen van de koelcyclus bevinden zich in de externe module, inclusief de koelcyclusregelaar met elektronisch
expansieventiel. Afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden wordt het compressorvermogen aangepast met behulp van een
omvormer. Wanneer de ruimtekoelingsfunctie is ingeschakeld, wordt de koelcyclus omgekeerd.
Hydraulische installatie
De interne en externe module zijn met elkaar verbonden door middel van hydraulische leidingen met het verwarmingsmiddel.
De ingebouwde high-efficiency circulatiepomp zorgt voor de circulatie van het verwarmingsmiddel tussen de condensor van de
externe module en de buffertank/warmtewisselaar in de interne module.
Installatie van verwarmings-/koelcircuits
Ruimteverwarming
■
De warmtepomp kan maximaal 2 verwarmings-/koelcircuits verwarmen: 1 verwarmings-/koelcircuit zonder mengventiel en
1 verwarmings-/koelcircuit met mengventiel.
Ruimtekoeling
■
De warmtepomp kan maximaal 2 verwarmings-/koelcircuits koelen.
Warmtepompregelaar
De gehele verwarmingsinstallatie wordt gemonitord en geregeld door de warmtepompregelaar.
De warmtepompregelaar is ingebouwd in de interne module. Communicatie tussen de interne en externe module vindt plaats
via de communicatiebus.
6