Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Veiligheidsrichtlijnen - Kospel HPMD-8 Installatie En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Veiligheidsrichtlijnen

1. Het lezen van deze gebruiksaanwijzing maakt een correcte installatie en bediening van het apparaat mogelijk, wat een lange
en betrouwbare werking garandeert.
2.
Ongepaste omgevingscondities kunnen de installatie beschadigen en de veiligheid van de bediening in gevaar brengen
(vermijd luchtverontreiniging door chloorfluorkoolwaterstoffen die bijvoorbeeld in verf, oplosmiddelen en reinigingsmiddelen
zitten, vermijd constant hoge luchtvochtigheid bijvoorbeeld als gevolg van frequent wasgoed drogen).
3.
De installatie van het apparaat en de uitvoering van de elektrische en hydraulische installatie moeten worden toevertrouwd
aan een gespecialiseerd servicebedrijf en de montage- en bedieningsinstructies van het product moeten strikt worden
nageleefd.
4.
De elektrische installatie moet zijn uitgerust met differentiële beveiligingsapparatuur en middelen om het apparaat los te
koppelen van de voedingsbron, waarbij de afstand tussen de contacten van alle polen niet minder dan 3mm is.
5.
De warmtepomp is een apparaat dat gevoelig is voor overspanning, daarom moet de elektrische installatie
overspanningsbeveiliging bevatten.
6.
In geval van open vuur bestaat het risico op brandwonden.
7.
Het koelmiddel is R32; luchtverdringend, kleurloos, reukloos gas dat met lucht een brandbaar mengsel vormt.
8.
Het verwarmingssysteem met warmtepomp type HPM2.C bestaat uit een set optimaal geselecteerde elementen:
-
Interne eenheid: HPMD
-
Externe eenheid: HPMO2
9.
. De fabrikant garandeert de correcte werking en effectieve bedrijfsparameters van de HPM2.C warmtepomp alleen in
samenwerking met de apparaten in de set.
10. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor de installatie van de HPM2.C warmtepomp met andere apparaten, wat kan leiden
tot onjuiste werking, gebrek aan effectieve bedrijfsparameters van het verwarmingssysteem, verhoogde bedrijfskosten van
het verwarmingssysteem of falen van de HPM2.C warmtepomp.
11. De fabrikant is niet aansprakelijk voor het verkeerd selecteren van het apparaat voor de verwarmingsbehoeften van de
installatie.
Gevaar
Verkeerd uitgevoerde aansluitwerkzaamheden kunnen levensbedreigende ongevallen veroorzaken. Werkzaamheden
aan apparaten mogen alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde installateur.
Werkzaamheden aan het apparaat
1.
Het apparaat moet worden geïnstalleerd volgens de nationale installatievoorschriften.
2.
Een efficiënte en volgens de PN-IEC 60364 norm uitgevoerde elektrische installatie.
3.
Overeenkomstig het beoogde gebruik mag het apparaat alleen worden geïnstalleerd en gebruikt in gesloten verwarmingssystemen
volgens EN 12828, met inachtneming van de bijbehorende montage-, service- en bedieningsinstructies.
Alleen specialisten met de juiste kwalificaties mogen werken aan het koelcircuit.
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een Geautoriseerde Installateur of een door hem aangewezen
persoon met de juiste kwalificaties.
Opgelet
De warmtepomp mag alleen worden gebruikt als deze correct is geïnstalleerd en in een perfecte technische staat
verkeert.
Opgelet
De HPM2.C warmtepomp is een hermetisch gesloten apparaat en bevat gefluoreerde broeikasgassen.
4

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Hpmd-12Hpmd-16Hpmo2-16Hpmo2-23Hpmo2-12Hpmo2-8

Inhoudsopgave