Live Control
Instellingen die toegankelijk zijn via Live
Control
U kunt Live Control gebruiken om de opnamefunctie te
selecteren terwijl u het effect controleert op het scherm.
De geselecteerde instellingen zijn van toepassing in de
P
A
modi
,
, en
n
Beschikbare instellingen
Fotomodus (P.72)
1
Scènemodus
(P.43)
ISO-gevoeligheid (P.75)
Witbalans (P.76)
AF-modus (P.80)
Beeldverhouding (P.81)
Beeldkwaliteit (P.82)
K
Filmkwaliteit (P.84)
n
1
Alleen weergegeven in de scènemodi.
2
Niet weergegeven in de filmmodus.
3
Alleen weergegeven in de filmmodus.
4
De camera slaat de instellingen afzonderlijk op voor
(microscoopmodus) en herstelt deze de volgende keer dat de modus wordt geselecteerd, zelfs
nadat de camera is uitgeschakeld.
.
P
AUTO
AUTO
Functies
1
Instellingen
2
Instellingen voor beeldstabilisatie
K
Instellingen voor beeldstabilisatie
n
2, 4
Flitser
(P.66)
Regelaar flitserintensiteit
Sequentiële opnamen/zelfonstpanner gebruiken
(P.62)
2
Meetmodus
(P.88)
Gezichtsprioriteit (P.89)
Accessoire (P.90)
P
A
of
,
(onderwatermodus) en
6
70
Instellingen die toegankelijk zijn via Live Control
ISO
AUTO
WB
WB
AUTO
AUTO
1
AF
AF
4:3
L
N
FHD
F
Natural
30p
30p
2
2
(P.86)
3
(P.86)
2
(P.87)
7