5.
Wanneer er een bericht verschijnt dat aangeeft dat het
koppelen voltooid is, drukt u op OK.
De gegevensoverdrachtsindicator gaat uit wanneer het koppelen voltooid is.
[Bluetooth] (P.182)
stand is gebracht.
Als u aan de modusknop van de afstandsbediening draait of op de knop MENU van
C
de camera drukt voordat het bericht verschijnt dat het koppelen voltooid is, eindigt het
koppelingsproces. De informatie over het gekoppelde apparaat wordt gereset. Koppel de
apparaten opnieuw.
Als u de modusknop van een afstandsbediening die momenteel niet gekoppeld is naar
C
CONNECT draait en gedurende drie seconden in deze stand houdt, of als het koppelen is
mislukt, wordt de koppelingsinformatie van eerdere verbindingen opnieuw ingesteld. Koppel
de apparaten opnieuw.
Koppelen ongedaan maken
1.
Selecteer [Wifi/Bluetooth-instellingen] in het
2.
Selecteer [Instellingen draadloze sluiter] en druk op
3.
Selecteer [Koppelen ongedaan maken] en druk op de knop OK.
4.
Selecteer [Ja] en druk op de knop OK.
Als u de camera hebt gekoppeld met een afstandsbediening, moet u [Koppelen ongedaan maken]
C
uitvoeren om de koppelingsgegevens te resetten voordat u de camera kunt koppelen met een
nieuwe afstandsbediening.
wordt automatisch ingesteld op [On
193
r
Bezig met koppelen.
Voer de koppelingsbewerking uit op
de draadloze sluiterknop.
Annuleren
] wanneer er een koppeling tot
r
setup-menu en druk op
e
.
I
De camera en afstandsbediening koppelen
Instelling draadloze sluiter
.
I